Regels liggen aan de basis van de orde in de klas. Maar met regels alleen kom je er niet, betogen volgers van een nieuw – uit Amerika overgewaaid – opvoed- en onderwijsprogramma. Omdat gedrag gestuurd wordt door emoties moeten we van daaruit contact maken met leerlingen. ‘Een conflict is een mogelijkheid om te leren.’
‘Zit nou eens stil!’’
‘Ik heb je nu twee keer gewaarschuwd, de derde keer ga je eruit!’
‘Kan je nou eindelijk eens doen wat ik vraag?!’
In de klas kunnen emoties hoog oplopen als leerlingen het gezag niet serieus lijken te nemen. Soms haalt een incident het nieuws. Een juf (met zestien jaar ervaring) van een basisschool in Schoonhoven bond eind vorig jaar een kind uit groep 3/4 met een touw vast aan een stoel, omdat ze hem al tig keer had gewaarschuwd en hij niet wilde luisteren.
Iedereen sprak er schande van. Maar ondertussen kennen veel leerkrachten de neiging om onruststokers achter het behang te willen plakken, blijkt uit het aantal vingers dat omhoog gaat op de vraag: “Wie van jullie hoopt wel eens stiekem dat een lastig kind een dagje schoolziek is?”
Ginny Luther, een bekende opvoed- en onderwijscoach uit de Verenigde Staten, stelt de vraag tijdens een tweedaagse workshop over Conscious Discipline in Amersfoort. Volgens Luther komen incidenten met leerlingen deels voort uit de manier waarop we denken over discipline. “We hebben geleerd dat discipline iets is dat je kinderen oplegt. Dat klopt niet. Discipline is iets dat kinderen moeten ontwikkelen. Het is een vaardigheid die ze zich eigen moeten maken om doelen – op school en daarbuiten – te kunnen halen.”
De traditionele manier van ‘disciplineren’ noemt Luther manipulatief. “Als een kind niet luistert, worden we boos. Daarmee kwetsen we het kind en bezorgen we het een schuldgevoel in plaats van het op dat moment een nieuwe vaardigheid aan te reiken. Zeggen ‘Ik wil dat je nu ophoudt’ impliceert dat je controle hebt over het gedrag van een leerling en dat jij verantwoordelijk bent voor hun succes.” Luther benadrukt: “Je kunt leerlingen niet dwingen om te doen wat jij wilt. Het is uiteindelijk een keuze van het kind om taken uit te voeren en mee te werken.”
Regels en emoties
Aan de leerkracht de taak om leerlingen te helpen verstandige keuzes te maken. Daarbij zijn regels en routines een belangrijke basis. Ze verschaffen veiligheid en voorspelbaarheid en dragen bij aan een positieve sfeer. Maar het consequent handhaven van de regels alleen is nog geen recept voor orde, benadrukt Luther. “Want ongehoorzame kinderen kennen de regels ook. Dus dat is het probleem niet.”
Wat het probleem wel is? Emoties.
Lastig gedrag wordt meestal veroorzaakt door gevoelens van angst, woede en verdriet. “Ons gedrag wordt gedicteerd door onze emotionele staat. Dat is een feit”, vertelt Luther. “Toch reageren we altijd op het gedrag in plaats van op het gevoel dat eronder zit. Het is de omgekeerde wereld.”
Conscious Discipline is een interventieprogramma – gebaseerd op recent wetenschappelijk breinonderzoek – dat uitgaat van de sociaal-emotionele conditie van leerlingen.
Om te leren, moeten leerlingen ontspannen en alert zijn. Breintechnisch bevinden ze zich dan in de leidinggevende modus (zie kader: ‘Groen, blauw of rood?’). “In deze staat van bewustzijn kan een kind kiezen uit de cognitieve vaardigheden die hij tot zijn beschikking heeft en tot intellectuele vondsten komen.”
Als een kind zich op school bang, boos of bedroefd voelt, komt er van leren weinig terecht. Het gevoel overheerst dat het niet gaat zoals de leerling op dat moment graag zou willen. “Als iets je van streek maakt, voel je dat eerst in je buik”, legt Luther uit. “Dit gevoel kan je niet negeren. Om weer in de leidinggevende modus te komen, moet eerst de onrust uit de weg geruimd worden.”
Survival
Dan is er nog de overlevingsstand, waarin leren onmogelijk is. Leerlingen die zich zo voelen, kunnen alleen maar vechten, vluchten (of bevriezen). Het zijn vaak de leerlingen die keer op keer voor overlast zorgen over wie de leerkrachten zeggen: ‘Ik heb hem wel tien keer gewaarschuwd! Je hebt de keuze: of je doet mee of je gaat de klas uit!’ Luther houdt de leerkrachten in Amersfoort een spiegel voor: “Als jij zelf héél boos bent, en iemand legt jou deze keuze voor…is dat dan behulpzaam?”
Conscious Discipline maakt bewust van eigen emoties (‘want je kunt jezelf alleen reguleren als je je emoties bewust bent’) en die van leerlingen en gaat uit van een positieve verbinding tussen mensen. In de leer van Conscious Discipline is de school een familie, een gemeenschap die met elkaar verbonden is, en waar je met elkaar verantwoordelijk bent voor de veiligheid.
Luther: “Leerlingen van wie je hoopt dat ze er een dagje niet zijn, zijn de leerlingen die sociaal het minst verbonden zijn.”
RKBS De Rossenberg in Leusden is de eerste basisschool in Nederland die het model implementeert in het onderwijs. Een ouder bracht schoolleider Maeyke Wiggers tweeënhalf jaar geleden op het spoor van het model. In de groepen 1, 2, 3 en 4 wordt er inmiddels mee gewerkt. De winst ziet Wiggers vooral in de positieve bril waarmee ze naar leerlingen kijkt. Zoals Ginny Luther zegt: ‘Een conflict is een mogelijkheid om een kind een sociale vaardigheid te leren.’
Wiggers: “Op iedere school lopen kinderen rond die gedoe veroorzaken: niet luisteren, met spullen gooien, duwen, slaan. We zijn geneigd zulke kinderen te bestempelen als gemeen of stout. Sinds ik met deze methode werk, zie ik vooral kinderen die nog veel moeten leren. Het is onze taak om hen te helpen bewuster te worden.”
Zelfregulering
De huidige oplossingen die we kiezen met lastige kinderen zijn vaak kwetsend (‘ga de klas maar uit’, ‘ga maar op het strafbankje zitten’) en helpen een kind niet verder. De leerkracht die Conscious Discipline kent, zoekt hoe hij weer verbinding met het kind kan krijgen. Om daarna te kijken welke vaardigheden het kind nodig heeft om zich verder te kunnen ontwikkelen.
Voor het team op De Rossenberg is het een lange termijn investering in een andere manier van werken. Wiggers: “Het is een omslag in denken en doen. Je leert kinderen elkaar het beste te wensen in plaats van kwetsen of plagen. Ik vraag in groep 8 vaak: ‘Doe je dit om te helpen of om te plagen?’ Kinderen reflecteren direct op zo’n vraag. Zo leer je je met elkaar te richten op het gedrag dat je wilt zien in plaats van op het gedrag dat je niet wilt zien.”
“Het programma leert je op een positieve manier naar kinderen te kijken”, vindt Judith van Houten, een ambulant begeleider (en oud-leerkracht met dertig jaar ervaring in het speciaal onderwijs). “Kinderen leren in deze methode dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun gedrag. Dat is een verschil met andere methoden die wel benadrukken dat je het positieve moet benaderen, maar minder op zelfregulering aansturen.”
Gerlien Spal, juf van groep 3 en 4 op de Rossenberg. “Het mooie is dat je kinderen helpt beter te worden in de dingen die ze moeilijk vinden. ‘Hoe kan ik je helpen om rustig op je stoel te blijven zitten?’ In groep 3 kan je met kinderen afspraken maken. Ik merk dat het werkt.”
Fouten maken mag
Het programma beoogt schuldgevoel en gekwetstheid te voorkomen, en houdt de ogen gericht op hetgeen kinderen moeten leren. Een voorbeeld: een meisje in groep 1 had op haar hand geschilderd. Wiggers: “Voorheen hadden we geagiteerd gereageerd met de woorden: ‘Hey, dat doen we niet. Hup, gauw je handen wassen.’ Nu zeggen we: ‘Ik zie dat je op je hand hebt geschilderd. Oeps! Foutje! Je mag schilderen op het bord of op jouw tekening, maar niet op je handen. Ga ze maar gauw wassen.’”
Onlangs zag ze een kleuter in de zandbak een ander kind met de schep op het hoofd slaan. Gewoon omdat ze er langs wilde. “Je kunt dit kind direct als gemeen bestempelen, maar wij kijken anders. Ik zie een kind dat sociaal nog niet zo handig is.”
“Fouten maken mag. Dat willen we kinderen heel duidelijk meegeven. Op deze manier blijf je uit de goed/fout-discussie. Vanuit de traditionele visie lijkt het soms alsof we ervan uitgaan dat kinderen ongewenst gedrag bewust vertonen om te plagen. Dat is meestal niet de kwestie, ze moeten wel leren dat het niet de bedoeling is.”
Nog een voorbeeld. Een jongen uit groep 2 had geen zin om een puzzelwerkje af te maken, maar de juf wilde wél dat hij zijn werkje afmaakte. “Voorheen zouden we zeggen: ‘Je moet het nu afmaken, anders kan je straks niet mee naar buiten.’ Nu zeggen wij: Jantje, het werkje maak je nu af. Met welke rij begin je?’ Wiggers: “Je blijft uit de machtstrijd, maar legt binnen de geschetste kaders een keuze voor.”
Wiggers hoopt met Conscious Discipline uiteindelijk bij te dragen aan een onderwijscultuur die vrijer is van oordelen. “Als je erop let, is het onderwijs met oordelen doorspekt. Als je zegt: ‘Vijf kinderen zitten al braaf klaar met hun spullen’ geef je onbewust het oordeel mee dat die vijf beter bezig zijn dan de rest. Het mag wel wat oordeelsvrijer in Nederland.”
GROEN: ontspannen en alert
Om te leren, moeten we ons breintechnisch in de leidinggevende staat bevinden. Dit gebied is de prefrontale cortex in ons brein. In deze conditie zijn leerlingen in staat om te leren.
BLAUW: geëmotioneerd
Als een leerling van streek is – boos, bang of verdrietig – is leren niet mogelijk. Eerst moet het gevoel van onrust – vanuit ons lymbisch systeem – uit de weg geruimd worden. Je helpt leerlingen door ze te laten inzien wat er in hen gebeurt. Spiegel de emotie die je bij leerlingen ziet. ‘Je lijkt me nogal boos. Er moet vast iets gebeurd zijn.’
ROOD: overlevingsmodus
In deze toestand voelen leerlingen zich niet veilig, maar vechten, vluchten of bevriezen ze. Dit signaal ontstaat in de hersenstam. In deze staat is leren is niet mogelijk en over de eigen emotie praten ook niet. Zoek contact door te benoemen wat je een leerling ziet doen. ‘Je ogen schieten alle kanten op.’ Zo bouw je bewustzijn op en help je een leerling zichzelf te reguleren.
Conscious Discipline in Nederland
Conscious Discipline is een sociaal-emotioneel, wetenschappelijk onderbouwd, interventieprogramma voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar dat scholen kunnen integreren in hun algemene beleid. Het programma draait in vijftig Amerikaanse staten en ruim dertig andere landen, waaronder Engeland, Ierland en Roemenië. In Nederland is RKBS De Rossenberg de eerste school die met de methode werkt.