‘Eigenlijk ben ik een geluksvogel’

Zangeres Liesbeth List maakte een glansrijke carrière ondanks een kleutertijd in het Jappenkamp, een moeder die ze1lfmoord pleegde en de gruwelen van een boze stiefmoeder. ‘Ik ben eigenlijk een geluksvogel.’


“Ga lekker zitten”, zegt de diva, terwijl ze gastvrij twee dikke kussens achter de rug van de interviewer schuift. Deze bank is een zegen voor mensen die – zoals zij – klein van stuk zijn, vertelt ze.
“Wij hadden vroeger een bank die hoog op de poten stond. Als ik met mijn rug naar de leuning ging, kon ik met mijn voeten niet bij de grond. Dus zat ik altijd op het puntje. Dankzij de vele kussens kan ik op deze bank altijd bij de grond”, lacht ze.
Te midden van het stadsrumoer in haar appartement – negen hoog met rondom hoge, brede ramen die een fantastisch uitzicht geven over het IJ en de rest van Amsterdam – klinkt haar stem zacht en hees. Typisch List en toch anders dan wanneer ze zingt. “Als ik zing, gebruik ik mijn stembanden anders. Dit is mijn spreekvolume.” Dan met overdreven luide stem: “Ik kan ook heel hard spreken, maar ik ben niet zo’n schreeuwlelijk.” Opnieuw lacht ze aanstekelijk.
Begin november was de laatste voorstelling van Piaf – de musical waarin List de rol van de (oude) getergde Franse kroegzangeres vertolkt. Het was loeizwaar. Soms trad ze vier, vijf of zelfs zes avonden per week op. “Bepaald niet mijn ideaal, maar bij zo’n grote productie heb je daar geen invloed op. Ik zei ja, omdat het een prachtige rol is.”

Mamma
“Ik doe alleen wat ik leuk vind. Ik wil mezelf in iets kunnen gooien. Tegen een rol in een willekeurige musical zeg ik nee. Dat is wérken. Ik zing alleen teksten die over mezelf gaan of over onderwerpen waarin ik me in kan leven. Dan bén ik dat lied.”
Freek de Jonge schreef bijvoorbeeld een lied voor haar op basis van een foto waarop baby List met haar natuurlijke moeder te zien is. “Toen ik 29 werd, zei ik tegen die foto: ‘Mamma, ik heb je overleefd.’ Toen ik Elisah kreeg, zei ik tegen die foto: ‘Mamma, wat erg dat jij dit niet hebt mogen meemaken.’ En toen Elisah ouder was dan ik als kleuter: ‘Mamma, wat erg dat jij niet van jouw kind hebt mogen genieten.’ Pats. En daar kwam een lied over.” Ze zingt het zacht voor zich uit. ‘En nu ben ik moeder, meer moeder dan mijn moeder, meer moeder dan mijn moeder ooit heeft kunnen zijn’ “Het gaat over mezelf, hoewel veel mensen zich herkennen in de tekst.”
Met Edith Piaf voelt ze weinig verwantschap. Toch is het een ‘goed avontuur’ voor List. “Wij hebben twee dingen gemeen: de liefde voor het chanson en een bizarre jeugd.” De jeugd van List in een notedop: haar moeder pleegde zelfmoord toen Liesbeth vijf jaar oud was. Het gebeurde kort nadat ze bevrijd was uit het Jappenkamp en herenigd met haar echtgenoot. Haar vader hertrouwde een vrouw die ook een kampverleden had, maar deze vrouw kon haar stiefdochter niet uitstaan. Van haar vijfde tot haar zevende jaar leefde ze in een hel.

Koud bad
“Ze dacht dat ik gek was of wilde mij gek maken. Midden in de winter zette ze mij in een koud bad. Ik moest me schrobben met een boender, terwijl zij aan het voeteneind stond. Ze ging langs psychiaters en vertelde dat ik mezelf sneed met scheermesjes. Als mijn vader van kantoor kwam, moest hij me straffen.”
Tijdens een vakantie op Vlieland stond het echtpaar het zeven jaar oude dochtertje af aan het echtpaar List die ze in een winkel hoorde praten over een kinderwens. Haar natuurlijke vader ontmoette ze daarna nooit meer. “Toen ik hem wilde opzoeken op zijn 50e, was hij net gestorven aan een hartinfarct.”
De pleegmoeder was een verbetering ten opzichte van de stiefmoeder. “Ik mocht veel, maar moest ook netjes zijn en dankbaar. Mijn pleegouders hadden een hotel. Iedere bootlading met nieuwe toeristen moest ik de hand schudden. Vreselijk vond ik dat.”
Soms was de moeder onredelijk streng. “Ik viel eens met een pan doperwten in mijn handen achterover de kelder in. Ik had alles kunnen breken, maar had alleen zo’n ei op mijn hoofd. Toen ik eruit omhoog krabbelde, kreeg ik een pak slaag.”
“Een ander voorbeeld. Ik wilde de handstand leren, maar tijdens het proberen stootte ik mijn kleine teentje. Het deed ontzettend veel pijn, maar ik hield mijn mond uit angst voor straf. Die teen groeide krom. Ik heb er nog last van als ik strakke schoenen aan heb.”
“Als je klein bent, heb je geen vergelijkingsmateriaal. Je weet niet beter en denkt dat het zo hoort.”

Gek en ongelukkig
List leerde alles accepteren. “Waarschijnlijk was ze zelf ook zo opgevoed”, zegt ze over haar pleegmoeder. De stiefmoeder ziet ze als een product van de oorlog. “Die oorlog heeft zoveel slachtoffers gemaakt.” Dat haar eigen vader haar afstond, begrijpt ze als ze redeneert dat hij haar heeft willen sparen voor de grillen van de stiefmoeder. “Ik heb het verwerkt door goed na te denken. Ik ben eigenlijk een geluksvogel geweest, want ik heb het overleefd. Veel anderen zijn gek of ongelukkig geworden.”
“Zingen is mijn therapie geweest. Je hebt een emotionele en een rationele kant in je hersens. Als je emotionele brein sterker is, kan je een kampverleden nooit alleen oplossen, betoogde ene professor Bastiaansen in 1970 al in de krant. Het zingen houdt mij in evenwicht. Ik heb dat artikel in een plakboek bewaard.”
“Mijn redding is dat ik jong was. Iemand als Willem Nijholt was een jaar of tien toen hij zijn broertje doodgemarteld zag worden. Dat gaat nooit meer weg. Ik heb er als 4-jarige niets van gemerkt.”
Ze werd beroemd.
Iets dat ze al wilde toen ze als 17-jarige met een schoolreis door de paleistuinen (Tuileries) bij het Louvre liep. “Die weelde vond ik zó bijzonder. Hier hoor ik thuis, dacht ik. Ik móet beroemd worden. Hoe? Dat wist ik toen nog niet.” De roem viel haar nooit tegen. “Integendeel. Ik was meteen Alice in Wonderland. Mensen stonden in de rij om binnen te komen voor een optreden van Ramses Shaffy en mij. Het was ontzettend fijn om naast de God van Nederland te mogen staan. Ook ik werd geadoreerd en als meisje uit Vlieland besefte ik hoe bijzonder dat was. Tegenover de leraren en leerlingen op school had ik iets van een ‘lekker pûh’-gevoel. Die lieten mij altijd links liggen, omdat ik een arbeiderskind was. Het was een soort revanche.”

Hemel
“Ik kreeg waanzinnige kritieken. Het was één groot feest. Tot nu toe zelfs.” “Na het eerste succes zei een bevriende hoofdredacteur dat ik me moest realiseren dat het succes pieken en dalen kent. Eerst schrijft de pers je de hemel in. Na een tijd halen ze je met z’n allen onderuit. Met de komst van een nieuwe generatie journalisten ga je weer omhoog en daarna herhaalt het zich zolang je aan de weg blijft timmeren. Als je daar niet tegen kunt, moet je ophouden, adviseerde hij. Zijn woorden waren een steun in het eerste dal.”
“Ik was het alleen vergeten toen het tweede diepe dal zich aandiende. De pers boorde me helemaal de grond in. Er deugde niks meer van me. Ik ging met loden schoenen naar de zaal. Het is een domper als er maar honderd mensen zitten in een zaal van 600. Het publiek voelt alles, dus ook dat ik het erg vind. Dan kan je nog doen alsof je vrolijk bent, maar dat was ik niet. Ik moet ophouden, dacht ik toen. Je moet jezelf niet vernederen vanuit het idee ‘ik zal ze eens wat laten zien’. Dat heeft geen zin.”
Hoe ze zichzelf bleef?
“Door mezelf vragen te stellen waarop ik zelf het antwoord geef. Ben je gezond? Ja. Heb je een goed huwelijk? Ja. Deugt je kind? Ja. Heb je een mooi huis? Ja. Wat zeur je dan? Geniet van wat je hebt, zei ik tegen mezelf, want het is héél veel.”
“Zo kwam ik er weer bovenop. Het duurt eventjes voordat dat lukt, want je denkt dat je geen talent meer hebt. Ook daarover stelde ik mezelf vragen. Kan je talent verliezen? Nee. Wat zou er dan aan de hand kunnen zijn?”

Schmink
Zonder de draad van haar verhaal kwijt te raken, kijkt ze tijdens het gesprek op verzoek in de lens van de fotograaf.
Vanwege de fotografie liet ze zich opmaken op de manier waarop ze bekend is: met zwart aangezette ogen, en roodgestifte lippen. “Als ik niet opgemaakt ben, herkent niemand me. Het zijn die ogen en die lippenstift.”
“Sommige gezichten laten zich niet wegschminken, zoals dat van Adèle Bloemendaal. Haar gezicht is altijd hetzelfde: met of zonder make-up. Als ik ogen opzet, ben ik iemand anders.” Dat ze dankbaar mag zijn voor die twee gezichten besefte ze toen haar kind naar school ging. “Niemand op school wist dat ik Liesbeth List was. Onze dochter heet Braaksma, dus het viel ook niet op.”
Drie maanden voor het eind van de lagere school ging ze de mist in. “’s Ochtends had ik een interview met fotografie gedaan. Daarna ging ik naar school om mijn kind te halen. Ik had er niet aan gedacht dat ik nog opgemaakt was.”
Vanaf dat moment werd Elisah chronisch gepest. ‘Jouw moeder kan niet zingen’, ‘Mijn moeder vindt jouw moeder stom.’ “Elisah was bang voor spinnen. De pesters tekenden spinnen op haar tafel en verstopten echte spinnen in haar jas. Dan kwam ze helemaal verkrampt thuis.” List vroeg de directrice er iets aan te doen, maar deze haalde haar schouders op: ‘Daar wordt ze flink van.’ Ze schreef alle ouders een brief met de vraag of ze hun kinderen wilden leren niet te pesten. Ook dat haalde niks uit. “Heel frustrerend. Je kunt het als moeder niet oplossen. Elisah hield er een trauma aan over met migraine als gevolg. De neuroloog zei hij het als volgt: als een kat schrikt, spant ‘ie al zijn spieren aan tot een bolle rug. Zoiets is in de hersens van mijn dochter gebeurd door die pesterijen. Het is niet meer te repareren.”

Therapie
“Mijn dochter Elisah kan prachtig zingen, maar ze jaagt niet in haar eentje een zangcarrière na. Net als ik heeft ze iemand nodig die haar meetrekt, zoals Ramses Shaffy met mij deed.”
Nog wekelijks zoekt List haar oude vriend Ramses op. In de hal van haar appartement hangen diverse foto’s van hun samen. “Hij heeft slokdarmkanker. Een grote schok toen ik het hoorde, maar ik ben blij dat hij de behandeling een kans wil geven.”
Met een ongezonde levensstijl ruïneerde Shaffy zijn gezondheid. List waakt daarvoor. De 67 levensjaren zijn de diva niet aan te zien. Haar geheim? “Goed slapen: minimaal negen à tien uur per nacht. Gezond eten: veel fruit, groente en vis, weinig vlees. Ik weiger witbrood en junkfood. Ik eet niets wat ik niet lekker vind. En nooit teveel. Ik vind het vreselijk als ik de naden van kleding voel om mijn middel.”
“Hierdoor heb ik ook geen vet dat weggezogen hoeft te worden”, lacht ze. Vies van plastische chirurgie is ze overigens niet. Verticale lijnen in haar gezicht liet ze ‘weglaseren’ met een techniek waarbij de opperhuid voorzichtig wordt weggebrand. “Een maand lang zag ik eruit als een murw geslagen bokser, maar daarna werd het mooi.” Over de ingreep dacht ze niet lang na. “Ik ben ijdel. Het resultaat mag er zijn. Waarom niet?” Of ze nog wensen heeft voor de toekomst? “Gezond blijven: dat is het enige. Als je niet gezond bent, houdt alles op.”
—–
Curriculum Vitae
Liesbeth List komt ter wereld als Elly Driessen op 12 december 1941 in Bandoeng, Indonesië. Op haar 7e wordt ze geadopteerd door een echtpaar op Vlieland. Vanaf dat moment heet ze Liesbeth List.
Haar pleegmoeder stuurde Liesbeth op zangles. Haar zanglerares stimuleerde haar om auditie te doen en te solliciteren. Na een eerste tv-optreden vroeg Ramses Shaffy of ze in zijn programma wilde zingen: Shaffy Chantant. Dat betekende een doorbraak. Inmiddels staat ze al meer dan veertig jaar op de planken als zangeres en actrice. In november verscheen een nieuwe cd getiteld ‘Verloren en gewonnen’. List trouwde met Robert Braaksma die in 2014 overleed. Samen kregen ze een dochter: Elisah.

(Oud interview voor gezondNU)