Wie ben ik? Wat voel ik? Wat kan ik? De zelfhulpbranche floreert dankzij dit soort vragen, maar jezelf erdoor vinden? Dat is uitgesloten, volgens filosoof Coen Simon. Een interview over deze visie (inclusief het antwoord op de vraag hoe je jezelf wél kunt helpen). ‘Als je jezelf zoekt, zoek je naar een verbetering tussen jou en de wereld.’
Tijdens het gesprek morst Coen Simon koffie op het witte vloerkleed.
“Ik zou nu kunnen zeggen: Ik ben mezelf niet vandaag. Er is niemand die opkijkt van zo’n opmerking en ook niemand die zal vragen: wie ben je vandaag dan wel? Als je je dag niet hebt, omdat je bij het opstaan je hoofd stoot tegen een kastje dat daar al jaren hangt of omdat je met de mouw van je badjas aan de deurkruk blijft hangen, kan je zeggen dat je jezelf niet bent, maar als je in de spiegel kijkt, zie je dezelfde persoon als gisteren.”
Jezelf zijn. Het klinkt zo eenvoudig, maar dat is het niet, volgens Simon die er een boek over schreef: ‘Waarom we onszelf zoeken maar niet vinden’. “Op de vraag wat dat zelf is, dat ‘ik’ dat al je ervaringen verbindt en begeleidt, blijven we het antwoord schuldig.” Desondanks zijn we voortdurend op zoek naar ons zelf. Er is een heuse zelfhulpcultuur. Googlen op ‘jezelf zijn’ levert meer dan 3,5 miljoen hits naar spirituele en/of therapeutische websites en -winkels die hulp beloven bij het vinden van onszelf. In de vorm van zelfhulpboeken bijvoorbeeld of tests die ons kennis verschaffen over ons zelf. “In alle tijdschriften van Opzij tot Quest staat het zelf op de cover. Dat verkoopt goed.” Maar of het eindeloze graven ook iets oplevert? Dat betwijfelt de filosoof, “want het zelf bestaat wel, maar we kunnen het nooit echt leren kennen.”
Blinde vlek
Dat klinkt ingewikkeld, en dat is het ook.
Om te begrijpen hoe wij naar ons zelf kijken, moeten we eerst naar de taal kijken. Simon: “Deze stelt soms vragen die wij met ons verstand niet kunnen oplossen, omdat het antwoord buiten de taal ligt.” Bij het ‘zelf’ is dat duidelijk het geval. “De taal deelt de wereld op in objecten. Doordat het zelf een zelfstandig naamwoord is met een lidwoord ervoor, lijkt het een tastbaar iets dat bestaat zoals een auto en een tafel bestaan.”
Maar daarmee laten we ons in de luren leggen door de taal, legt hij uit. “Want het zelf kan nooit hetzelfde zijn als een grijpbaar iets. Het gaat over jou en als je over jezelf nadenkt, is er altijd een deel dat je niet kunt ontstijgen. Ga maar na: als je over je gevoelens nadenkt, kun je niet tegelijkertijd nadenken over hoe je die gevoelens ziet. Dat is de blinde vlek van je zelfbeeld.”
De psychologie is wat dat betreft bedrieglijk, vindt hij: “Je kunt nooit tot het gaatje gaan, omdat je er zelf in zit. Alles wat je denkt, weerkaatst in je eigen denken. Daar kan je niet achter kruipen. Dat vind ik fascinerend.”
Hoe we het zelf dan wél moeten zien en definiëren?
“Ik omschrijf het als de relatie tussen jou en de wereld. Als je zegt dat je jezelf niet ben, is er iets verstoord tussen jou en de wereld. Je maakt niet de gebruikelijke klik. Als je jezelf zoekt, zoek je dus naar een verbetering tussen jou en de wereld.”
Rollenspel
Om op hemzelf terug te komen. Hij morste zojuist heel onhandig de koffie op het kleed door een opbouwend slaaptekort. De oorzaak van het slaaptekort bevindt zich in de ‘buitenwereld’. “Onze jongste van negen maanden houdt me ’s nachts nogal bezig. Daarnaast heb ik het door mijn boek momenteel veel te druk”, bekent hij.
Hoe je bent, hangt dus niet af van een innerlijke kern die er bij je geboorte al was. Nee, het komt veel meer tot uitdrukking door je plaats en rol in de wereld. Van het werk dat je doet, of je in een stad of dorp woont, of je kinderen hebt. Simon: “Als buschauffeur zou ik de wereld anders ervaren. En dan zou ik ook anders zijn. Ik ben dan nog steeds Coen, maar wel een heel andere Coen dan de filosoof die dagelijks zit te schrijven.”
Het leven telt hoofd- en bijrollen voor elk mens, zoals echtgenoot, moeder, vriend. “In elke rol moet je erachter komen op welke manier jij het beste een klik maakt met de buitenwereld. Ik houd me nu aan mijn rol als geïnterviewde door veel te vertellen. Als we hier als vrienden zaten, zou het onbeleefd zijn dat ik al zo lang aan het woord was.”
Ook de hoeveelheid keuzes die je hebt, bepaalt je gedrag en je rol. Als je over werk nadenkt, kijk je naar je wensen, maar ook naar de mogelijkheden. Simon: “In een land waar het sociaal-economisch slecht gaat, vraag je je niet af of werk bij je past. Dan ben je blij dat je werk hebt. Op moment dat je in de mogelijkheid bent om te kiezen, ga je over ander werk nadenken en of het ook passend werk is. “
Intervisie
‘Zoek niet verder, want u bent het al.’
Simon onderschrijft de woorden van schrijfster en filosoof Connie Palmen van harte. “Wij zoeken altijd iets achter iets”, zegt hij. “Maar de enige manier om te kijken wat erachter zit, is door te spreken over wat er voor zit: het gedrag. We kunnen niet telkens nog ergens achter. Je innerlijk toont zich in je gedrag. Denk maar aan gevoelens als trots en schaamte. Je handelen is de enige graadmeter voor wie je bent.”
Op de lerarenopleiding die Simon ooit volgde, werd één van zijn lessen opgenomen met een camera. “Ik maakte een paar grappen, maar niemand lachte erom. Vast geen leuke grappen, dacht ik, terwijl ik voor de klas stond. Toen ik mijn eigen optreden terugzag, constateerde ik dat ik simpelweg onverstaanbaar was. Ik mompelde en sprak te snel. Geen wonder dat ik geen klik maakte met de klas.”
De oplossing lag voor de hand: duidelijker en langzaam spreken. “Mijn vakdidacticus vond dat een afdoende oplossing, maar bij de wekelijkse intervisie-uurtjes werd er nog even flink over doorgezaagd. ‘Hoe voelde je je dan toen er niet werd gelachen? En wat voel je nu je de oplossing weet? Wat zegt dat over jezelf?’” Onzin, vond hij het. “Het gaat niet over mijn zelf, maar over de manier waarop ik lesgeef. Toen ik mijn mankementen zag, kon ik daar iets aan doen.” Daarvoor hoef je niet te graven in wie je bent en waarom je zo bent. Simon: “Probeer iets anders en zoek door totdat je iets vindt dat wel werkt. Dan word je in zekere zin een ander zelf.”
“Zelfreflectie bestaat erin dat je nog beter naar de wereld kijkt dan naar jezelf. Het woord houdt ons voor de gek. Zelfreflectie is niet alleen reflectie op wie jij bent, maar vooral op welke plaats je inneemt in de wereld.”
Problemen oplossen
“Het leven is een generale repetitie voor een voorstelling die niet komt, zei Shakespeare. En dat is treffend in dit opzicht. De mensen die zoeken naar zichzelf gaan ervan uit dat er nog een echte voorstelling komt. Maar die komt niet. Je moet het spel nu spelen. Dat niet alles lukt in je leven hoort erbij.”
Het uitgangspunt dat er een zelf is dat we moeten vinden, dienen we zo snel mogelijk te vergeten. “Want als we uitgaan van een zelf dat volledig te kennen is, kan er ook een maakbaar zelf bestaan. En dat zou je dan in theorie perfect kunnen maken.”
In die maakbaarheid schuilt een gevaar, denkt de filosoof. “Het streven naar perfectie is ziekmakend in de maatschappij. Het betekent namelijk dat als je niet goed functioneert je in feite ziek bent. Nog niet je beste zelf. Je zou laakbaar en een immorele sukkel zijn als je niet je best doet om daar een ideaal zelf van te maken.”
“Een perfect zelf klinkt misschien mooi, maar het leven is niet perfect. Het leven bestaat uit problemen oplossen. Het is een generale repetitie en je mag dus fouten maken. Als je koffie morst, ruim je het gewoon weer op. Niks aan de hand.” Of denk eens aan het voetbal: “Een elftal kan fouten maken, maar toch de wedstrijd winnen.”
We moeten spelen dus. Gewoon doen. Dan onderscheiden we ons vanzelf wel van de rest. “Zodra je gaat handelen en je schijnbaar hetzelfde als ieder ander doet, dan doe je toch weer iets anders.”
“Ik zeg altijd: je wordt wie je bent door je over te geven aan het ritme van de wereld. Dat zie ik ook in de tangosalon. Als de muziek stil is, zie je een massa mensen in een tangosalon. Als de muziek begint, gaat iedereen dezelfde dans doen. Toch zie je op dat moment juist meer individuen dan mensen die hetzelfde doen.”
Gewoon doen
Hoe geven we ons over aan dat ritme?
“Het gaat om een perspectief ergens tussen leven naar de regel en je helemaal laten gaan. Je kunt jezelf niet vinden door in jezelf te kruipen, dus benadruk ik dat je je op de wereld moet richten.” Door een hond te nemen? “Ik zou niet per se een hond nemen. Tijdens de dingen die je doet, kijk je waar de weerstand ontstaat, waar het niet lekker loopt. Op die punten kan je je gedrag veranderen.”
Hoewel Simon de zelfhulpcultuur ‘kwalijk’ noemt, wijst hij niet per definitie alle therapieën en cursussen af. “Het is niet allemáál onzin. Je moet alleen goed bedenken waarom je iets doet. Als je het doet om je ware zelf te vinden, kom je bedrogen uit.”
De ondertitel van Simons’ ‘Waarom wij onszelf zoeken maar niet vinden’ luidt: ‘Zelfhulp voor denkers, tobbers en narcisten’. “Ja, het is óók een zelfhulpboek”, lacht hij. “Maar weet je: het kost maar een tientje en het is heel dun. Als je het uit hebt, hoef je daarna nooit meer een zelfhulpboek te lezen.”
(Interview voor gezondNU)