Teek rukt op

Eén op de vier teken is besmet met de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Tekenonderzoekers vergelijken de beestjes anno nu met de beren en wolven van vroeger waar we ons bewust tegen moeten wapenen.

Gemiddeld is een op de vier teken in Nederland besmet met de bacterie Borrelia burgdorferi. Meer dan twee keer zoveel als in 2005 toen 1 op de tien teken besmet was. Wetenschappelijk verantwoord is die vergelijking overigens niet, nuanceert Fedor Gassner, die sinds 2006 betrokken is bij tekenonderzoek aan de Wageningen Universiteit (WUR). “We vinden meer besmette teken, maar mogelijk komt dat ook doordat wij nu meer en andere locaties bemonsteren dan in eerder onderzoek.”
Zeker is wel dat het aantal tekenbeten stijgt. Het aantal door huisartsen behandelde tekenbeten groeide van 23.000 in 1994, via 60.000 (2001), naar 73.000 (2005) naar 93.000 in 2009. Een verviervoudiging in vijftien jaar.
Het aantal mensen dat de diagnose ziekte van Lyme kreeg (op basis van een rode ringvormige uitslag; het bekendste teken van Lyme) groeide mee; van 6.000 naar 13.000 naar 17.000 naar 22.000. Het werkelijke aantal mensen dat door teken gebeten is, ligt – naar schatting van het RIVM – rond de miljoen. Dat betekent dat er jaarlijks 250.000 mensen gebeten worden door een besmette teek. Niet iedereen gaat echter met een tekenbeet naar de dokter. Mogelijk komt dat door onbekendheid met de ziekte of doordat een beet pijnloos en ongemerkt blijft. De Borrelia kan hierdoor alle ruimte krijgen om zijn ‘gastheer’ sluipenderwijs chronisch ziek te maken. Omdat de symptomen ‘vaag’ zijn, wordt de ziekte soms pas ontdekt nadat er onherstelbare schade in het lichaam is aangericht met hartkwalen, verlamming en/of reuma als gevolg. Hoeveel chronische Lympatiënten Nederland telt is niet bekend.

Nat zomerweer
Nederland is niet het enige land waarin teken oprukken. Gassner: “Vrijwel overal op het noordelijk halfrond – van de Verenigde Staten tot China en van Zweden tot Marokko – komen teken voor die de ziekte van Lyme kunnen overbrengen. In veel landen groeit het aantal Lyme-patiënten.”
Hoe dat komt, is niet overal even duidelijk. Soms speelt gedrag een rol: “In de voormalige Oostbloklanden bijvoorbeeld komen tekenbeetziekten meer voor, omdat de mensen meer kamperen sinds de val van communistische regimes.”
In warme landen komen teken over het algemeen minder vaak voor, omdat ze daar niet goed kunnen (over) leven; dan drogen ze uit. Zachte winters en natte zomers vinden ze juist wel prettig. Gassner: “Teken gedijen in een vochtig klimaat op een laag strooisel, gebladerte, en organisch materiaal op de bodem waar ze zich veilig kunnen ontwikkelen van ei tot larve tot nimf tot volwassen teek. Ze kunnen dus in bossen toeven, maar ook in tuinen en duingebieden.”
Een hoge wildstand werkt gunstig uit op de tekenpopulatie; hoe meer muizen, reeën, vogels, egels en hazen des te meer kans op een ‘bloedmaaltijd’, en des te beter ze kunnen overleven. In Nederland is op sommige plekken de helft van de teken besmet, op andere niet één. “Dat verschil hangt samen met de begroeiing, de hoeveelheid knaagdieren en de tekendichtheid”, aldus Gassner.

Hmm, lekker
Waarom de ene persoon drie teken heeft na een wandeling, terwijl de ander jarenlang tekenvrij door het zelfde bos kan lopen? Teken vinden sommige mensen ‘lekkerder’ dan andere, aldus Gassner. “Het is zo, maar er wordt geen onderzoek naar gedaan.”
Mogelijk ligt het aan gedrag (“de een banjert wat meer door de struiken, terwijl de ander netjes op de paden blijft”) of aan de eigenschappen van de huid, zoals bacteriesamenstelling en vochtgraad.” Hoe wapenen we ons tegen deze enge beestjes?
Gassner: “Je moet weten hoe een teek eruit ziet, hoe je een beet kunt oplopen, en hoe je daar optimaal op reageert. Die kennis moet net zo vanzelfsprekend worden als de kennis die je gebruikt om de straat over te steken. Je moet je bewust zijn van de risico’s als je de natuur ingaat, jezelf beschermen met kleding en – het belangrijkste – niet vergeten je lichaam achteraf te controleren.” (zie kader ‘teek gevonden?’)
Nederland heeft baat bij een intensievere voorlichting dan nu het geval is, vindt Gassner. “Als 22.000 mensen jaarlijks geïnfecteerd worden, zijn dat er 22.000 teveel.”
Of de teek een voorbode is van wat ons nog meer te wachten staat aan enge beestjes? Dat denkt de onderzoeker niet. “De teek bestaat al langer dan de mensen. Het is eerder een herinnering aan vroeger tijden. We moeten niet vergeten dat we als mensen afhankelijk zijn van de natuur. Naast voedsel, recreatie en hulpbronnen heeft de natuur helaas ook nog gevaren voor ons in petto. Waar vroeger de beren en wolven op de loer lagen, zijn dat nu de teken.”

Teek gevonden?
• Verwijder de teek zo snel mogelijk met een apparaat dat u goed kunt hanteren; tekenpen, lasso, scherpe pincet of tekentang. Trek de teek zo dicht mogelijk bij de huid met een draaibeweging los. Let op dat u niet het lijfje kapot trekt.
• Noteer de plaats van de beet, en de datum van de beet in uw agenda.
• Houd de plek van de beet nog drie maanden in de gaten.
• Ga direct naar de huisarts wanneer u een rode ringvorming uitslag of een soort brandwond ziet rond de plek van de tekenbeet.
• Ga ook naar de huisarts als u binnen drie maanden na de beet last krijgt van griepachtige verschijnselen (koorts, moeheid, spierpijn, geen eetlust) en vertel dat u een tekenbeet heeft gehad.
• Als u de teek binnen 24 uur verwijdert is de kans op besmetting relatief klein, omdat het, volgens tekenonderzoeker Fedor Gassner, enige tijd duurt voordat de bacterie vanuit de darmwand van de teek via de speekselklier in het bloed van de ‘gastheer’ terecht kan komen.

Lyme-diagnostiek
• Sommige mensen ontwikkelen na een Borrelia-infectie een rode ringvormige uitslag op de huid, anderen worden ziek zonder dat een rode kring is waargenomen.
• De rode kring is een duidelijk teken van Borrelia. Een bloedtest bevestigt meestal dat beeld, maar soms ook niet. De diagnostische testen zijn niet honderd procent betrouwbaar. Daarom moet u alert zijn op andere klachten (koorts, moeheid, spierpijn, geen eetlust) die op Lyme kunnen wijzen.
• Er is (nergens ter wereld) een test die een actieve Borrelia-infectie aantoont of uitsluit.
• In Nederland wordt Lyme behandeld volgens de CBO-richtlijn; die stelt dat een antibioticakuur van twee tot vier weken afdoende is. Als er na de behandeling nog klachten zijn, worden deze niet als gevolg van ‘Borrelia’ behandeld.
• Een groep van internationale Lyme-specialisten (ILADS) stelt dat een Borrelia-infectie behandeld moet worden met een antibioticakuur van zes weken. Als er na de behandeling nog klachten zijn, betekent dat mogelijk dat de infectie nog actief is en volgt eventueel nog een antibioticakuur.

Dan maar binnen zitten?
‘Door contact met struikgewas, bladerlagen en schaduwrijk gras te vermijden, wordt de kans op een tekenbeet kleiner’, is het advies. Ongeremd spelen en ontspannen tuinieren is er dan niet meer bij. Wat kan je doen als je desondanks liever niet binnen blijft?
Het belangrijkste advies:

Controleer huid en kleding (en die van uw kinderen) goed nadat u in het groen bent geweest. Teken hebben een voorkeur voor warme vochtige plekjes, zoals liezen, bilspleet, oksels, achter je oren, de randen van het ondergoed. Gebruik eventueel een spiegel.
In het bos:
Teken huizen vaak in struikgewas en gebladerte. U vermindert het risico op een beet als u op de wandelpaden blijft. Bedek het lichaam zoveel mogelijk; draag dichte schoenen, lange mouwen en een lange broek met de pijpen in de sokken. Teken vallen overigens niet uit bomen, benadrukt onderzoeker Fedor Gassner: “99,9 procent van de teken komt van onderen. Vanuit gras of struikgewas kruipen ze omhoog waar ze geduldig wachten tot ze zich aan een passerend mens of dier kunnen vastgrijpen.”
Preventie:

Smeer huid en kleding in met een insectenwerend middel waarin minimaal dertig procent ‘diethyltoluamide’ (DEET) in zit. DEET helpt teken op afstand te houden. Het middel is te koop bij drogisten en apotheken. Lees vooraf de aanwijzingen op de verpakking. Als je huid (allergisch) reageert op DEET kunt u het ook aanbrengen op schoenen, sokken en het onderste deel van de broekspijpen. Dat voorkomt mogelijk dat teken langs de benen omhoog klimmen.
Huisdieren:

Teken zijn ook dol op honden, katten en andere huisdieren. Controleer ook huisdieren regelmatig op teken. Die kunnen het dier ziek maken, maar ook op de kinderen kruipen.

Natuurkalender: geef uw beten door
Help mee bij de totstandkoming van een kaart met de tekendichtheid van Nederland. Geef op www.natuurkalender.nl uw tekenbeetplaatsen door en help zo mee de risicogroepen, -gebieden en -activiteiten in kaart te brengen.