In de lerarenkamer staat Katja bekend als een ‘lastige leerling’ met een grote mond. Docent Ben Begeman vindt haar inbreng echter bijzonder waardevol. ‘Katja is mijn klankbord.’
Iedere keer als docent Nederlands en aardrijkskunde Ben Begeman een aflevering van Mijn Leerling & Ik las, dacht hij: ‘Daar wil ik ook aan meedoen, en wel met Katja.’ Veel van zijn collega’s op het Hogeland College, een vmbo in het Groningse Wehe-den-Hoorn, fronsten de wenkbrauwen. Katja? Die lastpak?
“Ze is geen gemakkelijke leerling. Zeker niet”, erkent hij. Maar Begeman ervaart haar inbreng niet als louter negatief. Integendeel.
De docent legt uit hoe het kan dat het team moeite met haar heeft. Ze begon op deze school in een grote klas (28 leerlingen) met veel ‘sterke persoonlijkheden’. Zoals Katja het zegt: “Er was spanning in de klas; veel ruzie tussen de jongens onderling.”
Katja (nu 14) hield zich twee jaar staande in de groep met een grote mond: overal commentaar op, altijd een weerwoord. “Eruit gestuurd worden, gaf haar aanzien in de groep”, vertelt de docent.
Katja, die zich tijdens het interview van haar bedeesde kant laat zien, beaamt desgevraagd dat ze lastig kan zijn: “Niet luisteren, niet meedoen, door de leraar heen kletsen.”
Als ze eruit gestuurd werd, zocht ze een plekje in de kantine. Hoe ze dat vond? “Niks aan. In de klas was het leuker.”
In het derde schooljaar werd de lastige groep verdeeld over twee klassen. Docent Begeman kreeg het deel van de klas met Katja erin zes uur per week.
Houvast
Ben: “Hoe pak ik het aan?, dacht ik. Ik had over sommige leerlingen de wildste verhalen gehoord, maar wilde me niet laten leiden door vooroordelen.”
Voor basishouvast gaf hij alle leerlingen een vaste plaats in het lokaal. “Dat vonden jullie niet leuk, hè?”, zegt hij tegen Katja. “Jullie wilden zelf de baas zijn.”
Katja vond het niet erg, zegt ze. Omdat ze naast haar vriendin zat. Toen kwam het aan op de eerste zes weken, vertelt Begeman. “Zo gaat dat in het onderwijs. Dat weet je als leraar.”
Hij deed wat hij normaalgesproken ook doet, namelijk: “De leerlingen individueel op hun ongewenste gedrag aanspreken en achterhalen wat er achter hun gedrag schuilgaat in plaats van continu corrigeren en straffen.”
Ben: “Katja is recht voor de raap. Zegt wat ze denkt. Katja wil niet dat de les direct na de bel begint. Na binnenkomst wil ze eerst praten. Bijvoorbeeld over iets wat er thuis is gebeurd of haar bezigheden in het weekend. Als ik haar die ruimte even geef, gaat ze daarna aan het werk. Dat geldt voor meer leerlingen. Ik vind het prima om eerst een praatje te maken. Leerlingen zijn geen robots.”
Katja maakt het graag persoonlijk. Aan het begin van de les vraagt ze Begeman vaak: ‘Ben je vrolijk vandaag?’
Katja: “Hij zegt altijd ja, terwijl hij soms niet heel erg vrolijk is.”
Soms signaleert ze in één oogopslag hoe de gemoedstoestand van haar leerkracht is. Als meneer Begeman chagrijnig is, merkt ze dat. “Dan moeten we namelijk direct aan de slag”, zegt ze terwijl ze aan haar armbandjes friemelt. ‘U bent chagrijnig’, zegt ze dan.
Ben: “Nee, zeg ik dan.” Lachend: “Maar meestal ben ik het dan wel.”
Mooie cijfers
Dat ze durft te zeggen wat ze denkt, vindt Ben van grote waarde. “In mijn jeugd was ik ook zo. Als je ouder wordt, leer je je mond te houden, terwijl dat niet altijd beter is.”
“Katja is mijn klankbord. Als ik iets fout doe in de klas, krijg ik het direct te horen.”
Ze wees hem er bijvoorbeeld op dat hij vaak en veel op dezelfde leerlingen mopperde. ‘Daar moet je mee ophouden’, zei ze. ‘Dat heeft geen zin.’
“Ik trok het me aan, en constateerde dat ze gelijk had. Zo zijn er meer voorbeelden. Als de instructie te lang duurt, roept ze: ‘Ga nou maar verder.’ En als een proefwerk te moeilijk is, hoor ik het ook. Negen van de tien keer heeft ze gelijk.”
Gaandeweg het jaar merkt Begeman dat Katja zich minder als een bitch gedraagt, en dat ze beter haar best doet op school. De neerwaartse lijn in de cijfers maakt een beweging naar omhoog.
Inmiddels zit ze in het vierde jaar en de opwaartse lijn stabiliseerde. Katja: “Ik wil mooie cijfers halen, omdat ik TL wil doen. Ik wil niet naar kader.”
Qua intelligentie moet dat lukken, denkt Begeman. Maar ze zal ze zich ook bij andere leerkrachten van haar beste kant moeten laten zien, zodat ze er nergens meer uit wordt gestuurd.
Tegen Katja: “Als je je best doet, kan je het ver schoppen. Ik zie je wel in een leidinggevende functie of als ondernemer met een eigen bedrijf. Want je weet precies hoe je het hebben wil. Je benoemt zaken en je geeft richting. Dat talent heeft niet iedereen.”
Foto: Joost Grol