Het opsteken van een sigaret is vanaf volgend jaar verboden in en rondom scholen in het primair, voortgezet en middelbaar onderwijs. Verslaafde leerkrachten hebben het ook nu al niet meer makkelijk. ‘Je wordt behandeld als een crimineel.’
Juf Helma (64) staat een shaggie te roken uit het raam van haar klaslokaal. Als ze een reprimande krijgt van haar directeur zegt ze droog. ‘Die kinderen zijn bijna twaalf. Die roken straks zelf ook.’
Vergeleken met deze scène uit de tv-serie De Luizenmoeder is de realiteit voor veel – aan roken verslaafde – leerkrachten inmiddels een worsteling. Een tevreden roker is geen onruststoker, luidde de vrolijke slogan waar de tabaksindustrie ooit sier mee maakte.
Maar met een omgeving die onrust zaait, valt het niet mee die tevredenheid nog te ervaren. Wie rookt, krijgt te maken met bemoeizucht waaruit weinig respect spreekt: ‘Rook jij nou nog steeds?’ en ‘Lekker voorbeeld ben jij voor de kinderen.’
Franka (35), leerkracht op een middelbare school: “Als je niet sterk genoeg bent om van de sigaretten af te blijven, is dat een reden om neerbuigend te doen.”
Een groot verschil met vroeger toen roken nog ‘bon ton’ was, zegt Renske, basisschooljuf. “Inmiddels wordt net gedaan alsof je aan de drugs bent als je rookt.”
Voorbeeldfunctie
Natuurlijk snappen Franka en Renske het wel. Je hebt een voorbeeldfunctie. Renske rookt daarom stiekem. “‘Het is supervies’, vinden vooral de jongste kinderen. Je bent een rolmodel. Ik weet niet hoe ik hen uit kan leggen dat ik rook. Het is een gewoonte die niet goed te praten is.”
Toen ze op een school werkte buiten haar woonplaats, rookte ze haar sigaretje op de fiets naar huis. Nu ze werkt in haar woonplaats wacht ze tot ze op een punt is waar ze zeer waarschijnlijk geen kinderen van school meer tegenkomt. “In de stad loop ik een blokje om als ik een leerling zie aankomen. Eén keer kon ik mijn sigaret nog net achter mijn rug weg moffelen. Ik ging ook eens in een steeg staan.”
Als roker deed ze op twee stageadressen ‘rookervaring’ op. Op een cluster-4-school, ‘waar bijna iedereen rookte’, was het rookhok achter de school. Soms stuiterde er een bal naar toe. “Het kind dat de bal haalde, zag de leraren roken. Die kinderen vonden het niet gek. Hun ouders en de taxichauffeur rookten ook.” Terug in de klas kreeg Renske het wel terug van de kinderen: ‘Je stinkt uit je mond.’ Bij een basisschool waar ze stage liep, rookten de leraren op het dak. “Waar niemand het kon zien, dachten ze. Een meisje kwam naar me toe en zei: ‘Ik heb het net wel gezien hoor.’”
Betutteling
“Ik rook, maar in het zicht van de kinderen steek ik geen sigaretje op”, zegt juf Nicole via de gesloten facebookgroep ‘Leerkrachten Primair Onderwijs’. “Maar ik vind het van de zotte dat je als roker inmiddels behandeld wordt als een crimineel. Toen ik zelf in groep 8 zat, rookte mijn meester zijn pijp gewoon in de klas.”
Iets minder betutteling vindt ze wenselijk. “Sommige mensen roken nog, dus ook leerkrachten. Wat mij betreft bepaalt iedereen dat zelf. Ik adviseer kinderen wel om er nooit aan te beginnen, omdat het héél moeilijk is om te stoppen.”
Ook juf Thessa rookt niet in het zicht van de kinderen. “In tegenstelling tot veel ouders die net buiten het plein lekker hun sigaretje roken voordat de kinderen naar buiten komen.” Juf Shakira rookt alleen thuis. “Overigens hebben ouders daar óók een mening over.”
Juf Idolette: “Hoe durf je?! Denk ik als ik de docenten op de middelbare school van mijn zoon tussen de leerlingen van 16 jaar zie roken.”
Meester Henk vraagt zich af of de voorbeeldfunctie grenzen heeft. Dat roken op school in het zicht van kinderen niet mag, vindt hij evident. Maar hoe zit het in de privétijd? “Mag het tijdens het winkelen? Welke regels gelden er als de leerkracht naast een leerling woont?” En zegt hij: als roken niet mag, omdat het ongezond is, mogen leerkrachten dan nog wel junkfood eten? Mogen ze nog met een dieselauto rijden? De open haard stoken en in de herfst naar Cyprus vliegen?
Onorthodox
Roken is ongezond. Dat weet iedereen. Kennis is echter niet voldoende om de verslaving te overwinnen. Franka (35) rookt sinds haar 16e een pakje per dag. Het roken was een houvast in de periode dat haar ouders scheidden. En zo heeft iedere roker wel een reden. De tabaksindustrie wreef in haar handjes met elke verslaafde, de marketing deed de rest.
Op Franka’s middelbare school lopen tien van de honderd medewerkers dagelijks naar het rookhok, een soort bushokje dat je bereikt via de nooduitgang. De directeur van de school rookt ook. “Die staat er het allervaakst.” Voor leerlingen is een apart gedeelte – ook met overkapping – op het plein. Roken is nog steeds ‘stoer’ voor veel leerlingen, merkt Franka. “Ze trekken zich eraan op dat ik als docent ook rook. Dat geeft een gevoel van: ‘Jij en ik doen iets hetzelfde.’” Maar het is ook wel eens vervelend. Een leerling had er lol in tijdens het begin van iedere les te vragen: ‘Mevrouw, gaan we even een peukje roken?’
Na de zoveelste keer sprak ze hem erop aan: ‘Tom, ik wil je cijfers met jou bespreken. Dat doen we terwijl we samen een sigaretje roken. Als we daarmee klaar zijn, is dat meteen de laatste keer dat jij zegt: ‘Gaan we even een peukje roken, mevrouw?’ Want daar ben ik niet van gediend.” Franka: “Die boodschap kwam binnen. Sinds die tijd hebben Tom en ik een band. Een beetje onorthodox, maar dit was mijn manier.”
Renske is inmiddels gestopt met roken. Nu het bijna nergens meer mag is de lol er af. Sowieso spaart ze voor een nieuwe badkamer. Voor het oordeel van de kinderen en hun ouders hoeft ze niet meer bang te zijn. Of een rokende juf geen goede juf is? Renske: “Je staat op een voetstuk. Door te roken, denk ik dat het voetstuk afbrokkelt.”
- Van de scholen in het voortgezet onderwijs is 53 procent volledig rookvrij.
- In het primair onderwijs ligt dit percentage op 78.
- Op mbo-scholen heeft slechts 4 procent een volledig rookvrij schoolplein.
[Dit verhaal is gepubliceerd in het Onderwijsblad, 2019]