Over suiker wordt een hoop (onzin) beweerd. Wat is waar? En waar doe je goed aan? Voor DVN-magazine DIABC liet ik een hoogleraar diabetologie, een internist en een diëtist reageren op zeven zoete stellingen.
I. Suiker is vergif.
Hanno Pijl, hoogleraar diabetologie: “Oneens. Als je suiker in kleine hoeveelheden eet is er niks mis mee. Het probleem is dat het overal ingestopt wordt en dat we het (vaak onbewust) enorme hoeveelheden eten. Dat is niet goed voor onze gezondheid. Maar suiker is niet nodig. We kunnen heel goed zonder suiker leven.”
Alexander Stork, internist: “Oneens. Glucose is een vorm van suiker, en vormt de centrale brandstof voor ons lichaam. Dus vergif is het zeker niet. Maar teveel is niet goed. Hoeveel je lichaam kan verwerken, verschilt van persoon tot persoon en is ook afhankelijk van andere factoren, zoals leeftijd, of je diabetes hebt en je bewegingspatroon.”
Mariëlle van Veen, diëtist: “Oneens. Suiker is geen vergif, mits het in beperkte mate geconsumeerd wordt. Je doet er goed aan suikerrijke dranken te vermijdenen suikerrijke producten te beperken. Door in je voedingspatroon zoveel mogelijk onbewerkte, verse producten te kiezen krijg je de juiste voedingsstoffen binnen en beperk je automatisch de hoeveelheid suiker.”
II. Mijn advies: gebruik liever lightproducten
Hanno Pijl: “Oneens. Er is geen bewijs dat lightproducten tot gewichtsverlies leiden. Wel is bekend dat smaakvervangers effecten op de stofwisseling hebben. Mijn advies is: geen bewerkte producten.”
Alexander Stork: “Veel lightproducten bevatten minder suikers, maar wel meer vetten. Light is dus zeker niet synoniem aan gezond. Ik ben wel vóór light frisdrank in plaats van ‘gewone’ frisdrank, hoewel er misschien zoetstoffen in zitten waar je weer buikkramp van kunt krijgen. Water is beter, maar daar worden veel mensen ongelukkig van.”
Mariëlle van Veen: “Oneens. Light betekent dat het product minimaal 30 procent minder vet, suiker of calorieën bevat. Ze kunnen minder suiker en calorieën bevatten, maar dit is niet altijd het geval, zoals bij light chips waar een deel van de vetten wordt vervangen door koolhydraten. Light (vruchten)sap bevat vaak nog steeds zo’n 5 tot 14 gram suiker per 200 milliliter.”
III. Iedereen met diabetes (type 1 en type 2) zou koolhydraatarm moeten eten.
Hanno Pijl: “Eens, hoewel ik niet gecharmeerd ben van de term koolhydraatarm. Het gaat om (vooral geraffineerd) zetmeel en suiker arm. Groente bestaat ook vrijwel volledig uit (complexe) koolhydraten en water. Groente is heel gezond, levert vezels die erg belangrijk zijn voor onze darm bacteriën.”
Alexander stork: “Niemand weet dat. Over het algemeen kunnen mensen met diabetes type 2 hun bloedglucose beter reguleren met een koolhydraatarm dieet. Maar het is niet wetenschappelijk bewezen dat dat ook gezonder is. Alleen van het mediterrane dieet is dat aangetoond. Ik raad mensen soms aan om koolhydraatarm te eten, maar dan zeg ik erbij dat ik niet weet of het gezonder is.”
Mariëlle van Veen: “Oneens. Een koolhydraatbeperking kan bij mensen met diabetes type 2 gunstig zijn voor de bloedglucoseregulatie, maar dit hoeft niet te betekenen dat het voor iedereen met diabetes type 2 het beste voedingspatroon is. Uiteindelijk is de soort koolhydraat het belangrijkst. Ik adviseer koolhydraten uit volkoren graanproducten, groente, peulvruchten en fruit, en zo min mogelijk uit witmeelproducten (zoals wit brood, witte rijst en witte pasta), zoet beleg, koek, suikerrijke dranken.”
IV. De overheid moet ervoor zorgen dat er minder suikers verstopt in voeding zitten
Hanno Pijl: “Eens. De behoefte aan zoet is biologisch gedreven, en is verklaarbaar vanuit de evolutie. Als je suiker aan de markt overlaat komt het nooit tot voldoende adequate maatregelen.”
Alexander Stork: “Ik twijfel. Enerzijds vind ik dat mensen een eigen verantwoordelijkheid hebben. Anderzijds vind ik dat de overheid voor haar burgers moet zorgen. Duidelijke richtlijnen voor de voedingsindustrie kunnen daaraan bijdragen. Ik denk dat de overheid een positieve rol zou kunnen spelen in het toegankelijker maken van de gezonde keuze.”
Mariëlle van Veen: “Eens. Doordat er een te groot aanbod is van ongezond, (suiker, vet en zoutrijk) voedsel is het heel lastig voor mensen om hun suikerinname te verminderen. De overheid zou sturend kunnen optreden om onze voedingsomgeving gezonder te maken.”
V. Je kunt eten wat je wilt als je diabetes type 1 hebt; als je iets met koolhydraten of suiker eet bolus/spuit je bij. Dus ook bij je appeltaartje met toegevoegde suikers.
Hanno Pijl: “Oneens. In de eerste plaats is het slecht voor je gewicht. In de tweede plaats zijn hoge concentraties insuline niet goed voor ons lijf. Insuline stimuleert de nier om zout vast te houden. Hoge insuline concentraties leiden daarom tot hoge bloeddruk en zijn geassocieerd met kanker.”
Aleander Stork: ““In principe eens. Maar je moet je wel realiseren dat geïnjecteerde insuline veel minder precies werkt dan insuline van het lichaam zelf. Dat betekent dat grote hoeveelheden koolhydraten bij sommige mensen met diabetes een grote schommeling van de suikers kan geven. Dat is niet gezond en mensen voelen zich daar vaak onprettig bij.”
Mariëlle van Veen: “Oneens. Zo’n appeltaartje bevat veel suikers, veel (ongezond) vet en levert nauwelijks nuttige voedingsstoffen. Je kunt af en toe zeker een stukje taart eten en daarbij wat insuline spuiten om te veel stijging in bloedglucose te voorkomen, maar te veel suikerrijke producten in het voedingspatroon leidt tot meer schommelingen in de bloedglucose en overgewicht. Dit soort suikerrijke producten geven vaak snelle stijgingen in bloedglucose die lastig op te vangen zijn met het bijspuiten of bij bolussen van insuline.”
VI. Palm-, riet- of kokosbloesemsuiker en honing; het klinkt gezonder, maar voor je lichaam zijn het allemaal dezelfde snelle koolhydraten.
Hanno Pijl: “Eens. Suiker is suiker, of het nu uit suikerbieten komt en ergens in wordt gestopt of in de natuurlijke context wordt aangeboden. Sommige suikers geven een iets minder hoge piek in de bloedglucosewaarde door hun structuur. Dat subtiele verschil in glycemische lading is te complex om in een paar regels uit te leggen.”
Alexander Stork: “Eens. In je lichaam wordt alles omgezet in suikers, vetten of eiwitten. En deze suikersoorten vallen in dezelfde chemische verbindingen uiteen. Of suikers uit de natuur van nature gezonder zijn? Daar is mij vanuit de wetenschap niets over bekend.”
Mariëlle van Veen: “Eens. Palm-, riet- of kokosbloesemsuiker en honing zijn geen goede vervangers van suiker. Ze hebben hetzelfde effect als (biet)suiker op de bloedglucose, hebben dezelfde energetische waarde (net zoveel calorieën) en geven dus hetzelfde risico op het ontstaan van overgewicht.”
VlI. As je geen suiker wilt eten, moet je ook fruit laten staan.
Hanno Pijl: “Eens, maar zoals ik eerder al aangaf is suiker in de context van heel (dus niet geperst) fruit beter dan geraffineerde suiker, want er zitten vaak veel vezels in fruit. Bovendien bevat fruit ook vaak andere nuttige voedingsstoffen.”
Alexander Stork: “Eens. Feitelijk klopt het, want fruit bevat suikers. Klaar. Maar er zitten ook veel vezels in. Dus ook hier geldt: eet het met mate en met verstand. Afhankelijk van de situatie, de persoon en met name hoe de bloedglucosehuishouding erop reageert, raad ik fruit aan of af. Het makkelijkst zou zijn om één advies te hanteren, maar er is helaas niet één advies dat voor iedereen geldig is.”
Mariëlle van Veen: “Oneens. Fruit past in een gezond voedingspatroon. Het advies is om zo’n twee stuks fruit per dag te eten. De vorm waarin je fruit eet is van belang. Kies voor een stuk fruit en varieer in soort. Kies niet voor vruchtensap, ook niet versgeperst, of smoothies. Deze producten bevatten te veel suiker, zorgen voor een snelle bloedsuiker stijging en leveren teveel calorieën. Als je koolhydraatarm(er) wilt eten, kies je voor roodfruit en citrusfruit. Deze zijn relatief minder rijk aan koolhydraten.”
[kader]
Prof. dr. Hanno Pijl werkt als hoogleraar diabetologie en overgewicht bij het Leids Universitair Medisch Centrum, is adviserend bestuurslid van de Vereniging Arts & Voeding.
Dr. Alexander Stork is internist en vasculair geneeskundige. Werkzaam in het St-Anna Ziekenhuis in Geldrop. Schreef mee aan de richtlijn diabetes voor internisten. Bestuurslid bij de stichting Diabetes die expedities organiseert voor mensen met diabetes.
Mariëlle van Veen is als diëtist verbonden aan het diabetesteam van het Leids Universitair Medisch Centrum. Zij was betrokken bij de herziening van de NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 en 2010 en is actief binnen de landelijke netwerkgroep diëtisten die gespecialiseerd zijn in diabetes (Diabetes Nutrition Organisation).