Eerste kleuterde ze een jaar langer. Daarna sloeg ze een klas over. Het verhaal van Jente (7) is misschien ongewoon, maar voor haar was het precies goed, aldus Juf Renate.
Jente komt als 4-jarige in de klas bij juf Renate Does-Van Kempen. Een ‘leuk en gezellig grietje’. Rustig en beschouwend, maar ‘als ze wat te vertellen heeft, doet ze het ook’. Ook is ze opvallend leergierig. Als iets niet meteen lukt, raakt ze van slag.
Bijvoorbeeld die keer dat de kinderen buiten touwtje sprongen met het grote touw. Jente, toen 5, kon dat nog niet. Renate: “De meeste kleuters zeggen dan: ‘Ik kan het niet, dus laat maar zitten.’ Jente niet. Ze oefende net zo lang tot ze het kon.”
Moeder Loes beaamt dat. “Daar was ze dan uit school de hele middag mee bezig.”
Cognitief is ze haar leeftijd vooruit. Op het sociaal-emotionele vlak is haar gedrag soms onstabiel, aldus Renate: “Dan laat ze haar bezigheden afhangen van wat andere kinderen doen in plaats van dat zelf te bepalen.”
Omdat ze 6 jaar werd in december 2009, mocht ze in september van dat jaar naar de eerste klas, zoals groep 3 op de Vrije School heet. Jente bleef, in nauw overleg met haar ouders, echter een jaartje langer in de kleuterklas. Haar gezondheid wankelde de afgelopen maanden. Dat speelde een belangrijke rol in de besluitvorming.
Woordzoekers
“Ik viel soms zo maar flauw,” vertelt Jente.
In mei 2009 gebeurde dat voor het eerst. Daarna nog een keer in juli, september en oktober, zegt moeder Loes.“Dat had een behoorlijke impact; ze voelde zich niet veilig meer buitenshuis. Ze was bang dat het weer zou gebeuren.”
Jente wijst op een bankje in de klas. “Daar mocht ik gaan liggen van de juf als ik me niet goed voelde.” Onderzoeken naar bloed, hart- en hersenfuncties leverden niets op. “De artsen denken dat ze een heftig virus onder de leden heeft gehad”, zegt haar moeder.
Na de laatste keer flauwvallen, nam haar zelfvertrouwen geleidelijk weer toe. Juf Renate leerde haar dat derde kleuterjaar ‘bij zichzelf’ te blijven in plaats van zich direct op anderen te richten. “Dan vroeg ik bijvoorbeeld wat ze wilde doen, en daarna pas met wie.“
Bijzonder was het dat Jente zichzelf dat jaar leerde lezen en schrijven. Hoe? Door te kijken naar de namen van de kinderen op hun stoeltjes in de kring. Door letters te zien, en te horen. Bij haar oma pakte ze het puzzelboek en ging woordzoekers maken. Renate: “Ze bestudeerde de namen, letters en klanken en puzzelde ermee, net zoals ze dat deed met de letters van bekende begrippen als ‘papa’ ‘mama’ en ‘Jente’. Er zijn meer kinderen die dat doen, maar bij Jente ging het erg vlot.”
Na een paar maanden las ze het peuterprentenboek Dat ben jij Kiki.
Jente: “Dat ging ik toen aan de andere kinderen in de klas voorlezen.”
Renate: “Erg leuk vonden de kinderen dat!”
Jente: “Iemand uit de 6e klas geloofde niet dat ik al kon lezen. Toen heb ik hem ook voorgelezen, en moest hij het wel geloven.”
Sinterklaas
Ook was Jente spelenderwijs veel aan het rekenen. “Dan zag ze bijvoorbeeld dat er drie stoeltjes leeg waren: 25 kinderen -3 is 22. ‘Juf we hebben vandaag 22 tekenplanken nodig!’”
Het valt juf Renate verder op dat de 6-jarige Jente kritisch nadenkt. Ze ontrafelde zomaar het ‘geheim van Sinterklaas’.
Moeder Loes vertelt: “We keken samen naar de intocht op televisie. Die was in Harderwijk. Zelf zouden we die middag naar de intocht in Zaandam gaan.”
Jente: “ In Harderwijk woont mijn nicht, en dat is altijd één uur rijden met de auto. Hoe kan het dan dat hij een half uur later al in Zaandam aan komt, vroeg ik.”
Het verhaal over hulpsinterklazen vond ze ongeloofwaardig, vertelt moeder Loes. ‘Want dan is er dus maar één de echte’, redeneerde ze. Afgelopen september begon ze in schoolklas 1. Het was wel ‘leuk’, maar ze kwam zuchtend thuis. Moeder Loes: “Eén letter, en daar doen we de hele week over’, zei ze.”
Renate. “Op de Vrije School leer je twee nieuwe letters per week. Als je al kan lezen en schrijven, is dat weinig uitdagend.” De intern begeleider concludeerde dat ze met rekenen, technisch en begrijpend lezen op het niveau zat van schoolklas 2. Na enig overleg en papierwerk mocht ze na vier weken over.
Jente: “Ik moest wel even wennen. Maar gelukkig kende ik de kinderen al, en zij mij.”
Renate: “Sommige kinderen vonden het vreemd; ‘Ze is net bij ons in de klas en mag meteen al in de moeilijkste boekjes werken.’”
Van lezen krijgt ze nog steeds geen genoeg. Haar lievelingsschrijver is Roald Dahl. “En als er een moeilijk woord is, zoals frêle, vraag ik het mama.”
Loes: “Dan zoeken we het in het woordenboek even na.”
Of Jente het leuk vindt op school? “Ja! Maar ik verveel me wel af en toe. We doen leuke dingen, maar ik leer niet overal van.”
Foto: Joost Grol