In de zomer voorafgaand aan de eerste schooldag ging cabaretier en marathonloper Dolf Jansen (54) in hongerstaking. Hij wilde niet naar school. Juffrouw Smal zorgde voor een omslag in zijn denken. Zij schiep een pedagogisch klimaat waarbinnen Dolf gedijde. ‘Vanaf dag 1 wilde ik niets liever meer dan op school zijn.’
“‘Daar ga ik niet naar toe’, zei ik iedere dag in de zomer van 1969 en ik meende het. Ik wilde ab-so-luut niet naar school. Puur omdat ik niet wist hoe het zou zijn, net als logeren en voetbalkamp. School was een onbekende plek waar je onbekende dingen moest waar je geen controle over hebt. Thuis was het veilig, en daar niet. Dat idee had zich in mijn hoofd vastgezet. Ik ging zes weken in hongerstaking om af te dwingen dat ik niet naar school hoefde. Mijn besluit stond vast: ik bleef thuis.
Hoe ik die eerste dag op school gekomen ben, weet ik niet meer. Maar direct na de eerste ochtend maakte ik een omslag van 180 graden in mijn denken. School was wél veilig. Sterker nog; school was leuk. Heel leuk! Ik hoorde interessante dingen en ik wilde dolgraag leren lezen en schrijven. Na de eerste dag wilde ik eigenlijk niets liever dan op school zijn. Dat kwam door juffrouw Smal. Een lieve juf, met zilveren haren en zachte wollen truitjes die heel goed wist hoe ze een klas met dertig kinderen in het gareel moest houden.
Ik denk dat deze juf mij ook wel mocht. Ik was een lief, braaf jongetje. Ik deed wat ik moest doen, haalde zevens, achten en negens, en had er plezier in. Ik deed mijn best om niet negatief op te vallen en dat lukte. Vlijt en gedrag werden standaard als ‘goed’ en ‘heel goed’ beoordeeld. Lezen vond ik geweldig; iedere week haalde ik boeken, standaard een categorie hoger dan mijn leeftijd. Juffrouw Smal leerde me ook hoe ik mijn werk moest doen binnen afgebakende grenzen, met ruimte voor eigen inbreng. Dat is nog steeds een structuur waarbinnen ik goed functioneer.
Ook kregen we van haar mee hoe je in een groep met allemaal verschillende persoonlijkheidjes met elkaar omgaat. Ze gaf het voorbeeld en plaatste kinderen die zich negatief gedroegen tijdelijk buiten de klas. Ik denk nu dat dit de belangrijkste taak is voor het onderwijs: jonge mensen met elkaar leren omgaan.
Vanuit het centrum van Amsterdam liep ik iedere dag naar de katholieke Sint Lidwina basisschool in de wijk Watergraafsmeer in Amsterdam-oost. Drie kwartier heen en drie kwartier terug. Dat deed ik gewoon uit mezelf. Achteraf is het een gemiste kans dat ik niet hardlopend naar school ging, net zoals veel kinderen in Afrika. Als ik vroeger meer had gerend, was dat een geweldige basis geweest voor een Olympische medaille.”
De leerkracht reageert
Jos Simis (75) was onderwijzer en directeur van de Lidwinaschool van 1965 tot 2004. Als kind ging hij zelf ook naar deze parochieschool.
“Juffrouw Smal was een dame op leeftijd toen ik als onderwijzer aan de slag ging. Een bijzonder aimabel en vriendelijk mens die standaard even informeerde hoe het ging. Vroeger had je als collega’s niet veel contact met elkaar en over de kinderen. Leerlingen waren aangewezen op de leerkracht. In die tijd was de overgang van de kleuterschool naar de lagere school wat groter; veel kinderen moesten huilen. Bij juf Smal was het leed snel geleden. Dolf heeft met haar dus precies de goeie juf getroffen. Ik wens ieder kleinkind zo’n oma toe.”
Foto: Fred van Diem