‘Je leerde me improviseren’

Docent Marianne Bloemkolk bracht cabaretier Vincent Bijlo de grondbeginselen van improvisatie bij en droeg bij aan zijn liefde voor Engelse literatuur.

“Hellooow”, zingt Marianne in upperclass Engels als ze de tuin van Vincent binnenstapt. Vincent beweegt zich op de tast naar zijn vroegere lerares Engels – die hij 31 jaar geleden voor het laatst meemaakte – toe en steekt zijn hand uit. “Wat leuk, deze reünie”, zegt hij.

Marianne, adrem: “Reünies haat ik. Als je dat woord eerder had gebruikt, was ik vast niet gekomen.”

Ze was op vakantie toen ze het interviewverzoek kreeg. “Griekenland, heerlijk! Maar ik moest weer terug”, zegt ze.

Vincent: “Niet voor mij, toch?”

Marianne, ad rem: “Don’t flatter yourself!

Vincent: “O no, I won’t. Of course not.”

Marianne tegen de journalist: “Leuke uitspraak hè? Heeft ‘ie van mij geleerd.”

Marianne’s lessen waren volledig in het Engels. ‘Good morning Class’ bij binnenkomst. De klas:  ‘Good morning Mrs. B. How are you today?’“Ik had ze keurig afgericht”, glimlacht ze. “Waar denk je dat die B. voor stond?”

Vincent: “De manier waarop jij Shut up! kon zeggen, zal ik nooit vergeten.” Van groter belang vindt hij haar ‘wezenlijke bijdrage’ aan zijn ontwikkeling.

Vincent: “Op een Monty Pythonachtige manier leerde je ons improviseren aan de hand van alledaagse situaties, in ziekenhuis of garage. Steenkolenengels in een veilige omgeving. Ik overwon schroom. Het maakte me ervan bewust waarom je een taal moet spreken om het te leren.”

Marianne: “Mijn visie is dat je leerlingen zo veel en zo gevarieerd mogelijk bloot moet stellen aan de te leren taal. Om saaiheid te voorkomen, boog ik tv-spelletjes en quizzen om naar iets om in de klas te gebruiken. I went to the zoo and I saw…dieren met dezelfde letter. Of Lingo without the balls. Ik liet muziek horen met gaps – raad het woord dat is weggelaten.”

Marianne zette Vincent bovendien op het spoor van de Engelse literatuur: Alan Sillitoe, John Braine, Rita May Brown, Mark Haddon. Vincent: “Tijdens een mondeling in vwo6 viel ik hopeloos door de mand. De eerste vragen gingen over Our men in Havana van Graham Greene – het enige boek dat ik in het Nederlands had gelezen. De hoofdpersoon was een vertegenwoordiger in stofzuigers. Omdat ik het Engelse woord niet kende, had ik het over dust suckers. Jij moest verschrikkelijk lachen!”

Marianne: “Dat was nog in de tijd dat je leerlingen mocht uitlachen zonder dat er een rechtszaak van komt.” “En een vader zich met getrokken pistool op het schoolplein meldt”, vult Vincent aan. Hij hield van Marianne’s humor, waaraan hij zich verbaal scherpte. En hij waardeerde het dat ze braille leerde lezen. “Als enige.” Daardoor hoefde hij minder lang te wachten op toetsuitslagen. Marianne bleef het geratel op de braillemachine bij – een typemachine met grote toetsen. “Je maakte keurig aantekeningen. Maar dat geram leidde wel af. Wat een herrie.”

Voor Vincent die van de mavo op het Blindeninstituut kwam, was een regulier vwo een verademing. “Nu gaat het beginnen, dacht ik. Ik vond dat ik niet thuishoorde in zo’n reservaat met drie of vier andere blinden. Daarvoor is niet kunnen zien niet ernstig genoeg.”

CV

Vincent Bijlo (1965) is cabaretier, auteur en theatermaker. Voorafgaand aan een studie Nederlandse cultuur en letterkunde deed hij van 1978 tot 1985 het VWO op het St. Vitus College in Bussum. Hij kreeg daar Engelse les van Marianne Bloemkolk (1953) die daar vanaf 1976 werkte en in 2013 (vervroegd) met pensioen ging.

www.vincentbijlo.com