‘Die chocola eet je thuis maar op’

Een groeiend aantal basisscholen zet zich in om kinderen gezond te leren eten. Hoe? Met voorlichting, helder beleid en zachte dwang. ‘Als een kind chocolade of koek mee heeft, zegt de leerkracht: ‘De afspraak is dat we dit op school niet eten. Neem het maar weer mee naar huis.’

‘Wat heb jij mee?’ De kinderen toveren hun tussendoortjes tevoorschijn. De oogst van vandaag: chocoladerepen, vacuümverpakte worstjes, gesuikerde yoghurtjes, gevulde koeken en koekjes en witte boterhammen met chocopasta. Een handvol kinderen heeft een bruine boterham, nog minder kinderen hebben een stuk fruit. De meesten spoelen hun tussendoortje weg met een kleurrijke drank in een halve literverpakking. Een kind water meegeven, grenst aan kindermishandeling, is de overtuiging van de ouders in de klas van mijn dochter (8).
Ongezond is de norm. De ouders lijken gezond eten niet belangrijk te vinden (‘een witte boterham met Nutella is beter dan een koekje, toch?’), anderen laten zich door de reclame op het verkeerde been zetten en geven om die reden suikerbommen mee (‘met vitamine A, C en E!’). Ook zijn er relatief veel ouders die ’s ochtends niet ontbijten, en niet begrijpen dat hun kind om die reden ook de belangrijkste maaltijd overslaat. Dat wordt daarna gecompenseerd met een enorm ‘tussendoortje’.
Tot de norm hoort ook het McDonalds-spel – een favoriet tijdens de gymles – waarbij kinderen op commando zo snel mogelijk als frites (kind maakt zich lang) of broodjes hamburger (twee kinderen maken zich bol, een kind ligt recht ertussen) op de vloer moeten gaan liggen.
De plattelandsschool startte twee jaar geleden een project ‘gezond leren leven’. Sindsdien krijgen de kinderen iedere woensdagochtend groente en fruit (gesponsord door een lokale winkel) aangeboden. Hun andere tussendoortjes blijven ze op die dag echter ook meenemen (‘op één wortel kan Pietje het niet de hele dag volhouden’), waardoor de groente en fruit een extraatje worden, en het effect voor de gezondheid dubieus.
In de schoolgids staat dat de school streeft naar een gezonde bijdrage aan de opvoeding, maar in de praktijk is een lange weg te gaan. De pas aangestelde directeur wil ouders en kinderen niet verbieden chocola en koekjes mee te nemen. En het McDonalds-spel? Dat is ‘onschuldig’. Uiteindelijk schuift ze het onderwerp van de agenda met een relativering. “Wij eten zelf ook niet altijd gezond.” Acht van de tien ouders in de ouderraad (van wie er zes overgewicht hebben) zijn het met haar eens.

Papa of mama heeft zich vergist
Er zijn meer ouders die zich druk maken over de eetgewoonten op school, weet Danielle Bult, schoolleider in Zwolle. Zij hoort collega’s op andere scholen er regelmatig over klagen en prijst zich dan gelukkig met de ouderpopulatie van haar Jenapleinschool. Gezond leren leven is één van de kerndoelen die op haar school in een cyclus van projecten aan de orde komt. Twee keer per week krijgen de kinderen groenten en fruit als tussendoortje: gruiten. Het begon negen jaar geleden via een gesubsidieerd project van de Europese Unie (EU Schoolfruit). De afgelopen acht jaar werden de gruiten betaald vanuit de ouderbijdrage. Voor twee stuks per week betalen de ouders per maand graag 13 euro, is de ervaring van Bult.
De leerkracht snijdt, verdeelt en eet de groenten en fruit (van het seizoen) samen met de kinderen uit zijn of haar groep op. Maar ook op andere dagen is gezond de norm voor tussendoor: brood of gruiten. Koekjes? “Die zie je bij ons niet.” Ook de traktaties moeten gezond zijn. In een ouderavond informeert de school nieuwe ouders over het gezonde beleid. “Er is geen ouder die om die reden afhaakt. Ze zijn er juist blij mee”, volgens Bult.
Wanneer kinderen toch iets ongezonds mee krijgen, spreekt de juf of meester de kinderen en opvoeders erop aan. Tegen het kind bijvoorbeeld: ‘Papa of mama heeft zich vast vergist. Dit is niet zo gezond, maar dat kan een keer gebeuren.’ De ouders wordt na schooltijd gevraagd voortaan even extra op te letten.
Op basisschool Op de Horst in Groesbeek gaan de leerkrachten nog een stapje verder. Gruiten zijn verplicht als tussendoortje. “Als een kind koek of chocola heeft, zeg ik: ‘Lekker wat je daar bij je hebt, maar de afspraak is dat we dit op school niet eten. Stop maar in je tas en eet het thuis maar op”, vertelt groep5-leerkracht Daphne van Bernebeek. Zachte dwang, noemt schoolleider Theo Giesbers dat: “Een kind verhongert heus niet, en meestal is een vriendje wel bereid iets te delen.”

Energiedrankjes verboden
“Bij de kleuters was fruit als tussendoortje normaal, maar vanaf groep 3 werd dat losgelaten en brachten kinderen steeds meer ongezonds de school in”, zegt Giesbers. Zonde, dacht hij, organiseerde een ouderavond, en hakte daarna de knoop door om fruit voortaan als tussendoortje te verplichten. “School heeft gelijk; dat voelen de ouders wel aan”, vertelt hij. “Bovendien denken ze: ‘Als de kinderen op school gezond eten, is dat mooi meegenomen.”
Op De Horst drinken de kinderen sindsdien standaard water. De kinderen hebben een eigen beker, en mogen water uit de kraan tappen wanneer ze willen. Dus ook tijdens de les. “Je denkt vooraf: dat wordt een zooitje, maar dat is niet zo. Kinderen leren luisteren naar hun lichaam. Dat je mag drinken wanneer je dorst hebt, is een teken dat je als kind serieus genomen wordt.”
Cola en energiedrankjes zijn op school verboden, maar vruchtensap is toegestaan. Hoeveel kinderen dat doen sinds de invoering van de waterbeker in 2011?
“Pff”, zegt Giesbers. “Ik merk aan de vuilniszakken dat het niet veel is, maar wacht”, zegt hij, “ik vraag het even aan een leerkracht.” Op de achtergrond vertelt een meester dat er in zijn klas van 25 twee kinderen zijn die pakjes limonade van huis meenemen.
Giesbers prijst zichzelf gelukkig met de ouders in Groesbeek die het gezonde beleid toejuichen. “De discussie thuis van ‘ja, maar die heeft ook een gevulde koek mee’ hoeft niet meer gevoerd te worden. De keuze is duidelijk: wil je een banaan, appel of een mandarijn mee?”

Vignet Gezonde School
“In het begin protesteerden de oudere kinderen wel eens”, zegt juf Daphne van Bernebeek. “Waarom mag dat niet meer? Maar na een paar weken waren ze gewend. Nu corrigeren ze elkaar.” Ook op basisschool Delfshaven, locatie Palet, in Rotterdam is gezond eten de norm, maar er gelden geen strikte regels en verboden. “Iedereen mag meenemen wat ‘ie wil”, vertelt schoolleider Josje Boshoff.
Dat het goed gaat, komt dankzij het ‘Lekker Fit’-lespakket: vanaf groep 3 tot en met 8 krijgen de kinderen les in hoe zij gezond kunnen leven. “De kinderen, vooral in de hogere groepen, weten wat gezond is, en spreken elkaar erop aan als iemand iets ongezonds mee heeft.”
Ook op deze school kregen de kinderen onlangs allemaal een eigen hip flesje om water als standaard dorstlesser te stimuleren. “Met een beetje uitleg – na drie maanden ben je aan water gewend, en vind je het zelfs lekker – en zo’n leuk flesje werd het in een paar maanden gewoon om water te drinken”, zag Boshoff.
In Nederland ontvingen zo’n veertig scholen de afgelopen anderhalf jaar een vignet Gezonde School, waarmee een school zich profileert op dit gebied. Een vignet geeft aan dat de verschillende losse activiteiten van een school op het gebied van gezondheid zijn geïntegreerd in structureel beleid, en een planmatige aanpak. Scholen kunnen zich daarbij laten ondersteunen door de GGD (Gemeenschappelijke GezondheidsDienst voor de gemeente). Eerst wordt in kaart gebracht wat een school al doet op het gebied van gezondheid. “Papieren handdoekjes op de toiletten, controle op hoofdluis, verkeersveiligheid rondom de school, een fruitdag”, vertelt Monique Boonekamp, functionaris gezondheidszorgbevordering en Gezonde School-adviseur bij de GGD Zuid-Holland West. “Ook willen we weten of ouders, leerkrachten en directie tevreden zijn over de huidige activiteiten. Daarna is het aan de school om te bepalen welk onderdeel aangepakt wordt, kennis te vergaren, ouders te betrekken en de wensen te vertalen in structureel beleid.
“Het kan zijn dat er al een fruitdag is, maar geen aandacht voor gezonde traktaties. Of dat kinderen met overgewicht – dat hen hindert tijdens de gymles – gesignaleerd worden, maar dat er niets mee gedaan wordt.”

Kleine stapjes
“Begin met kleine stapjes”, zegt Boonekamp. “Je kunt niet van de ene op de andere dag koek en chocola verbieden als dat jarenlang toegestaan is.”
EU Schoolfruit (zie kader ‘stappenplan’ punt 5) is een goede eerste stap, vindt Boonekamp. De school krijgt dan twintig weken lang gratis drie stuks fruit per week voor alle leerlingen. Daarna moet de school het zelf oppakken. Bijvoorbeeld door ouders het zelf mee te laten geven of met een abonnement op schoolfruit.
Gezond eten is een kwestie van bewustwording, denkt de Gezonde School-adviseur. “Ongezonde eetgewoonten komen vaak voort uit een gebrek aan kennis, en niet zozeer uit onwil. Is ontbijtkoek gezond of niet? In de reclame zwemt iemand er de koude Noordzee op over. En wat te denken van sportdrank; er staat toch sport op? We worden met z’n allen gefopt door de commercie.” Deel deze kennis met het team, de ouders en de kinderen, benadrukt ze. “Enthousiaste ouders brengen dat over op anderen die daar in eerste instantie het belang minder van in zien. Als de afspraak in school duidelijk is, vinden kinderen het belangrijk, en spreken ze elkaar erop aan. Ze willen niet buiten de groep vallen.”
“Het is een uitdaging om de ongezonde gewoonten om te buigen naar gezonde”, zegt Boonekamp. En, zegt ze: “Het is een kwestie van lange adem. Je moet er tijd voor nemen, in gesprek durven gaan met ouders en tevreden zijn met kleine successen.” Op de ene school gaat het makkelijker dan op de andere, en daarin speelt de houding van de ouders zeker een rol. “Onze ouders kiezen bewust voor Jenaplanonderwijs en staan doorgaans positief, bewust en kritisch in het leven”, zegt Danielle Bult. “Dat maakt het gemakkelijker om het beleid consequent door te voeren.”
Sommige ouders bereik je niet, weet Josje Boshoff. En dat heb je soms te accepteren. De ouders van een leerling met extreem overgewicht bakten frikadellen tussen de middag. Ondanks voorlichting, een bezoek van de schooldiëtiste en verpleegkundige ziet ze de leerling alleen maar dikker worden. “Je kunt de rol van thuis niet overnemen.” Maar dit zijn meestal uitzonderingen. Daarom is het altijd zaak op school in te steken op gezond beleid: “Goede gewoonten moet je zo jong mogelijk aanleren.”

Feiten
• Wereldwijd zijn 200 miljoen schoolgaande kinderen te zwaar
• 1 op de 7 Nederlandse jongetjes en 1 op de 6 Nederlandse meisjes heeft overgewicht
• In sommige wijken is 1 op de 3 kinderen te zwaar
• In Nederland is gemiddeld 47,8 procent van de volwassenen te zwaar
• De percentages in Groningen, Drenthe, Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Limburg liggen significant hoger dan het landelijk gemiddelde
(bron: www.nationaalkompas.nl )

Gezonde School vignette
Het vignet Gezonde School bestaat uit acht thema’s waar een school certificaten voor kan halen. Naast voeding (en mondgezondheid) zijn dit: sport en bewegen, roken en alcohol, persoonlijke verzorging, sociaal-emotionele ontwikkeling, relaties en seksualiteit, fysieke veiligheid en milieu. Meer weten over het vignet Gezonde School in het primair onderwijs? www.vignet.gezondeschool.info

Gezonde voeding op school: een stappenplan
1. Neem contact op met de GGD. Zij weten welke aanpak het beste werkt bij de doelgroep op uw school.
2. Breng in kaart wat er al gebeurt op het gebied van gezondheid: wat gaat goed, wat kan beter en waarom?
3. Betrek je team, de ouders en de kinderen erbij. Wat vinden jullie belangrijk? Wat zijn goede gewoonten?
4. Maak een plan met het bestuur, de medezeggenschapsraad en de ouderraad (en eventueel tussen- en naschoolse opvang). Als je het samen uitdraagt, kunnen ouders en kinderen er niet om heen.
5. Nog geen schoolfruit? De eerste twintig weken gratis via: www.euschoolfruit.nl
6. Een keer per week fruit eten is een mooi begin. Je kunt dit langzaam uitbreiden naar twee of zelfs drie keer per week.
7. Integreer een hoofdstuk ‘gezonde voeding’ in het schoolbeleid. Dat geeft houvast.
8. Wil je dat ouders gezonde traktaties meegeven? Geef dan een A4 mee met voorbeelden daarvan.
9. Ga uit van het positieve. Een rode kaart meegeven aan een kind dat koek meekrijgt, werkt averechts. ‘Dat geeft het gevoel van een tik op de vingers.’
10. Gewoonten ombuigen is een kwestie van lange adem. Weet waar je voor staat en waarom, en houd vol.

Achtergrondverhaal voor het Onderwijsblad