Ontstressen: is langzaam gezonder?

In de zomer nemen we onze langste vakantie om te ontstressen, uit te rusten en de batterij weer op te laden, aldus het cliché. Doen we daar goed aan? Of zou het beter zijn om het hele jaar door een beetje in slow motion te gaan?

Je haasten om de file te vermijden. Tot laat achter de computer om een deadline te halen. Rennen om je kind op tijd op school te krijgen. Altijd is er stress. “Soms is het fijn om een beetje stress te ervaren”, zegt Roos Hijner, arbeids- en gezondheidspsycholoog. “Het pept je op en maakt je alert om een situatie tot een goed einde te brengen.”

Biologisch gezien bestaat er echter niet zoiets als ‘positieve stress’, zegt Hijner. Een stressreactie is ‘van oudsher’ bedoeld om onszelf het leven te redden – vechten of vluchten – in geval van nood.

Tegenwoordig kan dit systeem echter al aanslaan bij (kleine) alledaagse bezigheden. Ook al is er geen letterlijke noodzaak om te vechten of vluchten; het stresssysteem wordt net zo goed geactiveerd, en de lichamelijke reactie is hetzelfde. Gevolg: onrust in je hoofd en in je lijf. Het lichaam maakt zich klaar voor actie: ons bijniermerg scheidt adrenaline en noradrenaline uit die de bloeddruk verhoogt en ons hart sneller doet kloppen. Daarna geeft de hypofyse – een kliertje in het brein – de bijnieren de opdracht om cortisol te produceren die je bloedsuikerwaarde doet stijgen en de stofwisseling versnelt. “Hierdoor beschik je over de energie die je nodig hebt om de situatie aan te kunnen”, vertelt Hijner. “Als de oorzaak van stress vervolgens niet weggaat, of als je niet herstelt, blijft het lichaam in een staat van stress. Dit kost energie die het lichaam beknibbelt op het immuunsysteem, waardoor we op den duur kwetsbaarder worden voor ziektes.”

Opstapeling maakt ziek

“De meeste mensen hebben voortdurend acute stressmomentjes achter elkaar”, zegt Andrea Evers, hoogleraar gezondheidszorgpsychologie aan de Universiteit van Leiden. “Acute stress leidt nooit tot klachten”, benadrukt ze. “Het is de opstapeling die maakt dat je ziek kunt worden.”

Ze vergelijkt het met ongezond eten: af en toe een frietje eten is niet erg, maar alleen maar patat eten is ondermijnend voor je gezondheid. Een stressbron die steeds terugkeert, zoals in een ongezonde werk- of liefdesrelatie, kan daarom desastreus zijn voor de werking van je immuunsysteem. De symptomen van een verminderde weerstand zijn: vermoeidheid en een grotere gevoeligheid voor infecties. “Studenten worden sneller ziek in tentamentijd, blijkt uit onderzoek. Ook blijkt uit studies dat wondjes minder snel genezen als mensen chronische stress ondervinden.”

Is het dan gezonder om geen stress te hebben?

“Zeker niet”, zegt Evers en wijst op twee verklaringen. Met ons stresssysteem werkt het net als met het immuunsysteem van een opgroeiend kind. “Door infecties op te lopen raak je als kind bestand tegen ziekten. Zo werkt het met ons stresssysteem ook”, vertelt Evers. Uit onderzoek met muizen bleek dat de groep muizen die blootgesteld werd aan een lichte mate van stress langer leefde dan de groep muizen die beschermd werd tegen stress. Af en toe met lichte stress geconfronteerd worden, sterkt ons dus. “Het is net als met kinderen in de opvoeding. Je moet ze op een positieve manier voortdurend uitdagen hun grenzen een stukje te verleggen. Daardoor raken ze mogelijk wat beter bestand tegen het leven in de maatschappij.”

Vakantie: zinvol?

“Vakantie is absoluut een goed moment om weer op te laden” , zegt Andrea Evers. De dagelijkse stressoren van een gezin met schoolgaande kinderen en werkritmes zijn even weg. Er wordt minder van je gevraagd, en minder eisen aan je gesteld, waardoor je makkelijk aan alle verwachtingen kunt voldoen. Bovendien, zegt de hoogleraar, geeft een andere omgeving ruimte voor zelfreflectie en daardoor kan je je blik naar voren richten: op lange termijndoelen.

Ben je echter al lange tijd gestrest door een sluimerend iets?

“Dan kan het gebeuren dat die onrust tijdens de vakantie naar de oppervlakte borrelt. Neem onverwerkt verdriet of onderhuidse spanningen in je relatie. Als je voor het eerst tijd en ruimte ervaart, zal dat gevoel naar boven komen.” Je kunt het maar beter onder ogen zien. “Dat is confronterend, maar het is ook de eerste stap naar de oplossing. Zonder oplossing blijft het stressvol. Een wijdverspreid misverstand is dat je je op vakantie altijd goed moet voelen en het steeds leuk moet hebben. Zo werkt dat niet. Er zijn altijd leuke en minder leuke dingen.”

Ook Roos Hijner denkt dat het nut van een vakantie schromelijk wordt overschat. Vooral mensen die er extreem naar uitzien – ‘Ik ben echt toe aan vakantie!’ – moeten zich achter de oren krabben. “Dat is een belangrijk signaal. Waarom zie je er zo naar uit? Wat zit er scheef in je leven?”
Langzame momenten

Laat het ‘opladen’ niet alleen op de vakantie aankomen, adviseert Hijner. Met gemiddeld maar 27 vakantiedagen per jaar kan je beter meer ‘vakantiegevoel’ in je normale leven brengen.

Doe de dingen bewust en met rust en las af en toe even een pauze in: een langzaam moment. Dan blijft je batterij opgeladen en hoef je niet op je reserves te teren. “Je hoort mensen vaak zeggen dat ze ergens honderd procent voor gaan. Dat principe moet je ook toepassen op ontspanning.”

Zelf doet ze dat bijvoorbeeld door niet meer op het laatste nippertje van huis te vertrekken, maar tien minuten eerder. “Als het verkeerslicht dan onderweg op rood staat, kan ik dat prima hebben. Dan denk ik: ‘Dit is mijn langzame moment.’ En dan voel ik me blij dat ik even van de zon kan genieten.”

Andrea Evers pleit voor afwisseling. “Na een paar drukke weken doe je het daarna weer even rustig aan.” En dat principe is ook toe te passen op de vakantie. “Alleen maar passief in de zon liggen, maakt ons uiteindelijk ontevreden. Blijf dus actief en zoek uitdagingen. Als je kijkt naar gepensioneerden zie je dat de actieveren in betere conditie zijn.”

De trend om ‘langzaam’ te gaan – slow food, slow travel, slow fashion en nu dus ook slow living – danken we waarschijnlijk aan het feit dat de maatschappij steeds sneller en hectischer wordt. Evers: “Onze kinderen moeten vandaag de dag tien keer meer informatie verwerken dan wijzelf vroeger. Het lijkt dan een oplossing te zijn om zelf langzamer te gaan.” Maar, waarschuwt ze: “Langzaam is niet altijd beter. Juist een veranderende maatschappij vraagt om een continu aanpassingsvermogen, dan moet je snel kunnen blijven reageren.”

—–

‘Iedere dag is een feestje’

Met een koophuis en een kantoorbaan was Anne van Dalen (50) chronisch gestrest. Nu loopt en rent ze op blote voeten door Nederland en ruimt en passant zwerfafval op. ‘Doordat mijn leven onderweg zo simpel is, ervaar ik de ruimte om gewoon te zijn.’

“De natuur is van mij. Met het opruimen van zwerfvuil zorg ik voor de straat, de vogels, de bosjes en de struiken. Veel mensen zeggen: ‘Jij hoeft toch niet de rommel van een ander op te ruimen?’ Maar ondertussen storen ze zich er mateloos aan. Ik erger me er niet aan. Ik buk en raap het op. Dan ligt het er daarna niet meer.Alles wat ik vind, stop ik een plastic tasje dat ik onderweg leeg in een prullenbak.

Van september tot en met december liep ik – op blote voeten, omdat dat het lekkerst loopt – van mijn woonplaats Den Haag naar Maastricht. Nu loop ik vanuit Limburg richting het noorden en dan via de polder en Utrecht weer terug. Tegen vijf uur bel ik aan bij mijn logeeradres van die dag: mensen die zich tevoren via de site aanmeldden. Ik eet en slaap er en vertrek weer in de loop van de ochtend.

Onderweg heb ik geen enkele last van stress. Ik loop tien tot vijftien kilometer van A naar B en ervaar wat er op me af komt. Soms zwaait iemand of heb ik ineens een leuk gesprek op straat. Een andere keer krijg ik een kop koffie aangeboden. Regelmatig verdwaal ik en dat vind ik helemaal niet erg.

Iedere dag is een feestje. Ik ben een veel leuker mens ben dan wanneer ik een leven leid waarin ik van alles moet op kantoor en in huis. Ik werd gek van de lijstjes in mijn hoofd. Mijn baan als directiesecretaresse zegde ik op voor deze zwerfafvalreis van een jaar. Om het te kunnen financieren, verhuisden we van een koophuis naar een huurappartement. Met de verhuizing ging administratief alles fout wat er maar fout kon gaan. Ik was één brok strak gespannen emotie en ik liep de hele dag te mopperen.

Hardlopen doe ik sinds 2009. Lopen helpt tegen mijn depressie. Ik merk dat de versimpeling van mijn leven mij een gelukkig gevoel geeft. Over wat ik na mijn zwerfafvalreis ga doen, denk ik niet na. Dat zie ik dan wel. Stress maakt agressief. Laat mij maar lekker lopen en gewoon zijn zoals ik ben; ik ervaar het als een enorme luxe.”

‘Multitasken is niks voor mij’

Haar mobiele telefoon staat standaard op ‘stil’ en als ze aan het werk is, schakelt ze de wifi uit. Door bewust één ding tegelijk te doen, heeft Bea Kalter (41), moeder, journalist en yogadocent minder last van stress en is er aan het eind van de dag meer gedaan.

“Ik ben van nature nogal druk en fladderig. Vroeger liep ik soms als een kip zonder kop drie dingen tegelijk te doen: planten water geven, een artikel lezen, sleutels zoeken en dat terwijl de jongste ‘mamamamamama’ in mijn oor tetterde. Multitasken is niets voor mij. Ik doe liever één ding goed. Sinds ik die strategie toepas, is het leven een stuk prettiger.

Een mens is er niet op gebouwd om steeds plankgas te geven. Yoga en meditatie helpen mij mijn houding en ademhaling bewust te zijn en mijn aandacht te focussen. En om vanuit de verbinding met mezelf de verbinding met anderen aan te gaan.

Ik ben afgestudeerd als journalist en cultuursocioloog, maar de laatste jaren doe ik vooral welzijnswerk met de jeugd en werk ik als yoga-docent. Veel jongeren die ik yogales geef zijn langzaam leven niet meer gewend. Soms doe ik een oefening waarbij ze drie minuten niets mogen doen, behalve liggen. Even helemaal niks. Dat vinden sommigen héél ongemakkelijk. Ik vertel ze dat het goed is voor hun lijf en hersenen. Dat kunnen zij dan tegen hun ouders zeggen als die weer lopen te mopperen: ‘Volgens de yogadocent ben ik nu juist heel gezond bezig.’

Ook geef ik ouder en kindyoga, een soort mindfulness voor opvoeders. Hoe blijf je rustig als je kind in de supermarkt voor het snoepschap ligt te krijsen? Sommige ouders zijn zo op hun kind gericht dat ze niet meer voelen dat ze voeten hebben. Ik leer ouders mild te zijn voor zichzelf als ze een keer uit hun slof schieten.

De mobiele telefoon was voorheen mijn grootste bron van stress. Dan kreeg ik een whatsappje en was ik daarna vergeten waar ik mee bezig was. De telefoon staat standaard op ‘stil’ en als ik op pad ga, laat ik hem meestal in de keukenla liggen.

Stressbron nummer twee was Facebook. Om te voorkomen dat ik steeds ga kijken, ruim ik er tijd voor in mijn agenda. Als ik zelf een artikel moet schrijven, zet ik de wifi op de laptop uit.

Iedere week verzorg ik een kookcafé waarbij kinderen samen koken met de ouderen in een verzorgingstehuis. ‘Waar wordt u gelukkig van?’, vroeg een van de kinderen onlangs aan een dame van 92. Haar antwoord was: ‘Zoals het nu is.’ Dat is ook mijn streven. Om met wat er nu – op dit moment is – het beste van te maken.”

‘Ik zet graag drie stappen extra’

Ambulanceverpleegkundige, moeder, masseuse en een vol sociaal leven. Van een beetje stress ligt Marjon van der Linde (41) niet wakker. ‘Drukte geeft me energie. Dan functioneer ik op mijn best.’

“Vroege diensten, late diensten, nachtdiensten, soms 24-uursdiensten. Mijn werk is extreem onregelmatig en er zit geen regelmaat in de onregelmatigheid. Alles loopt voortdurend kriskras door elkaar heen. Mijn man is chauffeur op de ambulance en werkt net zo onregelmatig. Daarnaast runnen we een (sport)massagepraktijk en een huishouden met twee jongens van 7 en 9 jaar die naar school en voetbal gebracht moeten worden. In sociaal opzicht ben ik zo’n type die overal ja op zegt.

Als ik mijn weekagenda zie denk ik soms: hoe krijg ik het allemaal voor elkaar? Het is een enorm geregel en geplan, maar het is heerlijk als het dan lukt. Een soort positieve stress. Ik vind het lekker om drie stappen extra te zetten.

Ook op mijn werk heb ik het liefst een heel drukke dag met veel spoedritten.

Toen ik net op de ambulance werkte, voelde ik grote spanning bij iedere melding. Na elf jaar is niet elke rit even spannend meer, maar ik voel de adrenaline regelmatig stromen. Het maakt me scherper in de beoordeling van situaties en in mijn manier van werken. In noodgevallen gelden protocollen en moet je methodisch werken. In de stress die je tijdens een noodsituatie voelt, komt dat in je handelen direct naar boven.

Je maakt op de ambulance aangrijpende dingen mee. Ongevallen, verminkingen, sterfgevallen.

Na een heftige rit blijft het gevoel van stress wat langer in je lijf hangen. Erover praten met collega’s is mijn manier om ermee te dealen. Samen de rit nog eens doornemen.

Naast spoedritten rijden we ook zieke mensen van A naar B. Zo reed ik een keer een moeder van twee jonge kinderen naar een hospice. Ze had nog een week te leven. Dat komt dichtbij.

Ik bescherm mezelf tegen het onnodig zien van lijden. Als duidelijk is dat slachtoffers niet meer met het leven te verenigen zijn, blijf ik op afstand.

Een motorrijder was tegen een boom gereden. Dood. Samen met de politieagent keek ik in zijn portemonnee om te zien wie het was. We zagen foto’s van kleine kinderen. Omdat in het mortuarium voldoende mensen waren om de familie op te vangen, ben ik die confrontatie zelf uit de weg gegaan. Dat was me te veel.

Van nature ben ik rustig. Dat scheelt. Ik huil niet snel door mijn werk.

Na een drukke dag vind ik het heerlijk om thuis te komen. Ik ontspan tijdens het samenzijn met mijn gezin of in de hangmat op de veranda. Ook gaan mijn man en ik ’s avonds graag de stoomcabine in. Dat is het rustuurtje op de dag.”