‘Er gebeurt heel wat in mijn hoofd’

Nathan heeft pdd nos, een autistische stoornis die hem regelmatig frustreert. Dankzij docent ‘groen’ Gerco Mulder lukt het Nathan steeds beter met zichzelf om te gaan. ‘Ik denk niet vóór hem, maar mét hem.’

Nathan (16) doet mbo richting ‘groen’ op de Ambelt, een school voor jongeren met psychiatrische en/of gedragsproblemen in Zwolle. “Ik ben graag met mijn handen in de grond bezig”, zegt hij. Later wil hij bij een kwekerij werken. “Liefst palmbomen.”

Of bomen en planten eenvoudiger te lezen zijn dan mensen? “Nee”, zegt hij resoluut. “Er staan toch geen letters op?”

“Wat een mooi jong, hè?”, reageert docent Gerco Mulder, terwijl hij zijn leerling broederlijk over de haren strijkt.

Nathan zit rustig aan tafel tijdens het interview. Hij geeft snel en bondig antwoord op de vragen die hem gesteld worden. Als hij iets niet snapt, lijkt hij kortstondig in zichzelf te keren. Zijn ogen schieten dan naar links omhoog en zijn mond trekt hij scheef in een grappige Mr. Bean-gelijkende grimas.

Vanuit een schoolopdracht schreef Nathan een boekje over zijn autisme. ‘Een nogal niet zo fijn iets – vooral vanwege frustratie’, schrijft hij over zijn pdd nos. Daarbij benoemt hij elf frustraties die ‘giga irri’ zijn, en zijn leven bemoeilijken, zoals: niet begrepen worden, jezelf niet in de hand hebben, nadenken over de vraag waarom uitgerekend hij autistisch is.

Gevraagd naar voorbeelden moet Nathan het antwoord schuldig blijven. Zijn ogen gaan richting plafond, maar dan hoopvol richting docent. “Meneer weet het wel”, zegt hij lachend. “Toch?”

Inderdaad. “Je vindt het moeilijk emoties van anderen te herkennen. Is iemand serieus of maakt iemand een grapje?”, zegt Gerco tegen zijn leerling. “Hierdoor vind je het ook lastig om jezelf in een vreemde situatie te manifesteren.”

Nathan knikt. “Dat klopt wel, ja.” En: “Er gebeurt heel wat in mijn hoofd.”

Baardharen

Hij tuurt aandachtig voor zich uit, en zegt dan tegen zijn docent: “Ik zit me wél af te vragen wat manifesteren nu precies is.”

Na de uitleg, zegt hij: “Aha, dus in de spiegel manifesteer ik mijn ogen.”

Als zijn docent lacht, moet Nathan ook lachen. Gerco noemt dit soort dingen de ‘kronkels’ van Nathan. Of Nathan nog meer van dat soort kronkels heeft? “Daar moet u me bij helpen”, zegt Nathan tegen zijn leraar.

“Mag ik vertellen over je baardharen?”, vraagt Gerco hem.

Het mag. Nathan had in de week voor het interview nog zeventien lange baardharen aan zijn gezicht hangen, vertelt Gerco. Zijn eerste baardgroei waar hij geen afscheid van wilde nemen. De docent overtuigde hem ervan dat hij de haren voor het interview beter kon verwijderen, om een goede indruk te maken.

Dat deed Nathan toen.

In zijn boekje schrijft Nathan met verbazing over docenten: ‘Mensen die denken dat ze autisten begrijpen, terwijl ze zelf geen autist zijn’. Meneer Mulder valt niet in die categorie: “Hij is de beste leraar die ik ooit heb gehad.”

Waarom? “Hij begrijpt alles van mij.”

“Hij laat me mijn eigen gang gaan op school. Een eigen planning maken. Ik vind het saai om elke dag op precies dezelfde tijd te moeten rekenen. Van meneer hoeft dat niet.”

Op andere scholen was Nathan regelmatig schoolziek. Van teveel onbegrip krijgt hij letterlijk hoofdpijn.

Moorkoppen

Gerco (ondertussen grappend over het aantal moorkoppen dat Nathan met zijn complimenteuze woorden verdient heeft) wijst op het whiteboard in de klas waarop vier woorden staan waar het in zijn les om draait: verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, teamwork en werkhouding.

“Ik denk niet voor leerlingen na. Ik denk met ze mee. Elke dag zijn er een paar dingen die Nathan moet doen, zoals een stageformulier invullen, rekenen, plantenkennis oefenen. Hij maakt zelf een planning. Ik begeleid hem . ‘Het is nu 8.30 uur. We houden om 14.55 uur weer op. Wat ga je doen?” Daarnaast houdt hij een oogje in het zeil.”

Als een leerling vastloopt, mag hij of zij meedenken over een oplossing. ‘Moeten we misschien iets aan je manier van werken veranderen?’

“Ik leg niets van bovenaf op. We doen het samen.”

Zijn aanpak werkt. Na een half jaar zijn van de elf frustraties nog maar twee over. “Ik ben op de Ambelt nog nooit boos geweest”, zegt Nathan trots. Een andere grote verandering is dat Nathan in zijn huisomgeving nu ‘gewoon’ naar buiten durft te gaan. De afgelopen jaren bleef hij liever binnen. Omdat hij zelf niet wilde, leek het zijn ouders ook beter dat hij binnen bleef. Hoe het kan dat hij dat nu wel durft?

Nathan: “Meneer, weet u hoe dat kan?”

Gerco: “Je bent je bewuster van hoe je in elkaar zit en hoe je daarmee kunt omgaan. Je hebt meer vertrouwen in jezelf en daardoor durf je meer.” Het mes snijdt aan twee kanten, vervolgt hij. “Doordat je ouders zien dat je beter in je vel zit, durven ze je meer vrijheid te geven.”

Nathan: “Bedoelt u dan de platte kant van het mes of de gerafelde?”

Na uitleg over die uitdrukking zegt Gerco: “Ik kan niet het autistische ervan afhalen. Dat zit in die prachtige bovenkamer van je. Maar ik zie de laatste tijd wél een knaap die met plezier naar school gaat.”

Nathan grijnst: “Dat klopt wel, ja.”

Foto: Joost Grol